Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Neurobiological heterogeneity in youth disruptive and aggressive behavior

Promotie:R. (Renee) Kleine Deters, MSc
Wanneer:19 maart 2025
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. P.J. (Pieter) Hoekstra, prof. dr. J.K. Buitelaar
Copromotors:dr. A. (Andrea) Dietrich, dr. J. Naaijen
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Neurobiological heterogeneity in youth disruptive and
aggressive behavior

Neurobiologische heterogeniteit in verstorend en agressief gedrag bij jongeren

Aanhoudend opstandig, agressief, of antisociaal gedrag, oftewel disruptieve gedragsproblemen,  onder jongeren gaat gepaard met verschillende negatieve kortetermijn- en langetermijnuitkomsten. Bij jongeren met ernstige gedragsproblemen wordt vaak de diagnose oppositionele-opstandige stoornis (oppositional defiant disorder, ODD) en normoverschrijdend-gedragsstoornis (conduct disorder, CD) gesteld. Deze jongeren vertonen soms ook kille-ongevoelige trekken, gedefinieerd als vlakke of onoprechte emoties en een gebrek schuldgevoel en empathie. Daarnaast wordt hun agressieve gedrag vaak getypeerd als reactief (impulsief), of proactief (instrumenteel). Desondanks is er binnen deze populatie nog steeds sprake van substantiële heterogeniteit. Dit geldt zowel voor de aard en ernst van de gedragingen als voor de onderliggende cognitieve en neurobiologische achtergrond. Deze diversiteit vormt een grote uitdaging voor zowel het onderzoek naar gedragsproblemen als de behandeling ervan. Het doel van dit proefschrift van Renee Kleine Deters was om deze heterogeniteit beter in kaart te brengen.

Globaal gezien zijn er verschillen gevonden in het vermogen om emoties te herkennen tussen verschillende groepen jongeren. Zo zijn er verschillen tussen jongeren met CD en jongeren met ODD. Daarnaast zijn er verschillen tussen jongeren met hoge kille-ongevoelige trekken in combinatie met zowel reactieve als proactieve agressie, en jongeren met hoge kille-ongevoelige trekken met vooral reactieve agressie, maar minder proactieve agressie. Verder wezen de bevindingen op een deels gemeenschappelijke genetische achtergrond van enerzijds antisociaal en agressief gedrag en anderzijds de vorm van de amygdala, een hersenstructuur betrokken bij emotieverwerking en agressie. Ook wijzen de resultaten, conform eerder bewijs, op angstherkenning als een endofenotype (tussenstap) in de relatie tussen genetische kenmerken en kille-ongevoelige trekken. Samenvattend zijn de huidige bevindingen illustratief voor de complexe etiologie van gedragsproblemen en wijzen ze op specifieke cognitieve en neurobiologische factoren onderliggend aan diverse uitingen van gedragsproblemen.