Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Individual consumption, time use and their distribution for the Dutch population

Promotie:Dhr. B.J. (Bart) van Leeuwen
Wanneer:02 december 2019
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. R.J.M. (Rob) Alessie
Copromotor:dr. J. de Bresser
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
Individual consumption, time use and their distribution for the
Dutch population

Armoede onder samenwonenden onderschat

Een samenwonend stel zonder kinderen heeft gemiddeld 1.781 euro per maand nodig, willen beide partners minstens het welzijnsniveau bereiken van een alleenstaande die leeft op de armoedegrens (1.100 euro per maand). Dat berekende huishoudeconoom Bart van Leeuwen. Hij concludeert dat armoede onder samenwonenden in Nederland over het algemeen wordt onderschat.

Volgens Van Leeuwen ligt de armoedegrens voor samenwonenden tussen 1.425 en 1.781 euro. ‘Welk bedrag je binnen die range kiest als werkelijke armoedegrens is afhankelijk van politieke keuzes over de mate waarin je rekening wilt houden met ongelijkheid binnen het huishouden’, zegt de promovendus. Opvallend is dat de door Van Leeuwen berekende range in zijn geheel aanzienlijk hoger ligt dan het bedrag dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Planbureau (CPB) als armoedegrens hanteren. Van Leeuwen: ‘Mijn onderzoek heeft betrekking heeft op de periode 2009-2013. Het SCP en CPB gebruiken in een rapport uit 2014 een armoedegrens van 1.390 euro voor samenwonenden.’

Vrouw heeft meer invloed dan man

Van Leeuwen berekende ook in welke mate de man dan wel de vrouw invloed heeft op de beslissingen van een samenwonend paar. De invloed van vrouwen op de bestedingen van kinderloze paren is gemiddeld groter dan die van mannen. Dat effect is sterker bij beslissingen over uitgaven aan goederen dan bij beslissingen over tijdsbesteding. Voor zowel mannen als vrouwen geldt dat de groep met een werkende partner minder invloed heeft dan de groep met een niet-werkende partner.

Individuele ongelijkheid afgenomen

De promovendus onderzocht hoe verschillende typen huishoudens (alleenstaanden en paren, met of zonder kinderen) beslissen welke goederen ze kopen en hoe ze hun tijd gebruiken. Van Leeuwen beschouwde huishoudens niet als een entiteit, maar als een groep individuen die collectief beslist. Hij richtte zich in zijn onderzoek op armoede, de effecten van het verminderen van de kinderopvangtoeslag tussen 2011-2013 en consumptieongelijkheid in Nederland. Van Leeuwen onderzocht ongelijkheid door te kijken naar de consumptie per individu, dat is een betere maatstaf van individueel welzijn gedurende de levensloop dan inkomen of vermogen. Hij concludeert dat de ongelijkheid in individuele consumptie van werkende tussen 2009-2017 significant is afgenomen.

Kinderopvangtoeslag

De verlaging van de kinderopvangtoeslag in de jaren 2011-2013 heeft voor de ouders in de steekproef van Van Leeuwen geleid tot een verhoging van de nettokosten van kinderopvang met gemiddeld 53%. Als gevolg hiervan verminderden ouders hun bruto uitgaven aan kinderopvang met gemiddeld 42%. Het aantal gekochte uren kinderopvang nam ruwweg met hetzelfde percentage af.

Verrassend genoeg had de verlaging van de kinderopvangtoeslag geen substantieel effect op het aantal uren dat ouders besteedden aan werk of zorg voor eigen kinderen. Dat betekent dat ouders minder uren kinderopvang afnamen, maar dat niet compenseren door zélf meer voor de kinderen te zorgen. Het lijkt aannemelijk dat ouders informele kinderopvang aanspraken, zoals grootouders.