Improving quality of care for patients with ovarian and endometrial cancer
| Promotie: | dr. F.A. Eggink |
| Wanneer: | 31 januari 2018 |
| Aanvang: | 14:30 |
| Promotors: | prof. dr. H.W. (Hans) Nijman, prof. dr. R.F.P.M. Kruitwagen |
| Copromotors: | dr. M. van der Aa, dr. M. (Marco) de Bruyn |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Kwaliteit van zorg bij eierstok- en baarmoederkanker
Centralisatie van zorg voor patiënten met eierstokkanker leidt tot succesvollere operaties. Dat concludeert Florine Eggink in haar proefschrift over verbetering van de kwaliteit van zorg voor deze patiënten. Uit haar onderzoek blijkt ook dat de behandeling niet altijd volgens de richtlijnen verloopt. De resultaten van haar onderzoek kunnen bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van zorg voor deze groep patiënten.
In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 1300 vrouwen eierstokkanker vastgesteld. Omdat vrouwen er weinig van merken, wordt de diagnose pas laat gesteld, waardoor de prognose van deze vrouwen slecht is. De behandeling is veranderd: tegenwoordig krijgen veel vrouwen al voor een operatie chemotherapie om de tumor te verkleinen. Hierdoor kan tijdens de operatie vaker alle tumor worden weggehaald. Bovendien heeft centralisatie de uitkomsten verbeterd: door operaties uit te voeren in ziekenhuizen met gespecialiseerde gynaecoloog-oncologen lukt het vaker om alle zichtbare delen van de tumor helemaal weg te halen.
Bij baarmoederkanker wordt voor de operatie een stukje baarmoederslijmvlies gebruikt om te bepalen hoe uitgebreid de operatie moet zijn. Eggink concludeert in haar onderzoek dat dit stukje baarmoederslijmvlies ook gebruikt kan worden om beter te bepalen of en hoe de patiënt nabehandeld moet worden. Dat gebeurt tot nu toe vooral op basis van baarmoederslijmvlies weggenomen na de operatie. Daarnaast onderzoek Egging hoe richtlijnen voor behandeling van deze tumoren nageleefd worden. Zij concludeert dat die richtlijnen in 85% van de gevallen gevolgd worden. Van patiënten bij wie het risico op uitzaaiing hoog is, blijkt echter maar 61% behandeling volgens de richtlijnen te krijgen. Eggink suggereert dan ook dat de kwaliteit van zorg verbeterd kan worden als die richtlijnen beter gevolgd worden. Tot slot onderzocht zij specifieke kenmerken van bepaalde vormen van baarmoederkanker, die mogelijk goed te behandelen zijn met immunotherapie. Bepaalde vormen van baarmoederkanker lijken hiervoor uitermate geschikt te zijn. Voordat dat ingevoerd kan worden, moet er echter meer onderzoek gedaan worden.
CVFlorine Eggink (1987) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek is onderdeel van onderzoeksprogramma TARGON (Targeted Gynaecologic Oncology) van onderzoeksinstituut CRCG van het Universitair Medisch Centrum Groningen. De titel van haar proefschrift luidt Improving quality of care for patients with ovarian and endometrial cancer. Eggink is nu werkzaam als ANIOS Gynaecologie in het Medisch Spectrum Twente.