From Rome to Constantinople
Promotie: | Dhr. R.G.L. (Raf) Praet |
Wanneer: | 17 mei 2018 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | dr. J.W. (Jan Willem) Drijvers, prof. dr. P. Van Nuffelen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |

De culturele betekenis van het fenomeen antiquarianisme in de zesde eeuw
Promovendus Raf Praet behandelt in zijn proefschrift de culturele betekenis van het fenomeen antiquarianisme in de zesde eeuw n.C. Hij toont onder meer aan dat er belangrijke persoonlijke dan wel intellectuele banden bestonden tussen verschillende intelligentsia uit de eerste helft van de zesde eeuw, die voorheen niet of te weinig met elkaar in verband werden gebracht. Tevens blijkt dat, in tegenstelling tot de beeldvorming door deze intellectuelen zelf, het inkrimpen van het intellectueel netwerk in Constantinopel niet veroorzaakt werd door het beleid van keizer Justinianus, maar eerder het resultaat is van het afsterven van een hele generatie door de pestepidemie. Ten slotte concludeert Praet dat het gedeelde historisch erfgoed van het Romeinse rijk, ondanks het afbrokkelen van dit rijk, nog altijd gezamenlijk werd gebruikt door intellectuelen uit het Latijnse westen en het Griekse oosten om met elkaar in debat te gaan over toenmalige vraagstukken, zoals de rol van Rome en Constantinopel.
Het fenomeen antiquarianisme bleek, mits een beredeneerde herdefinitie, een nuttig instrument voor de analyse van de omgang met het verleden in de late oudheid. In de zesde eeuw n.C. wordt antiquarianisme als een tekstuele houding ten opzichte van het verre verleden actief aangewend om te debatteren over en in het reine te komen met ongemakkelijke maatschappelijke veranderingen, zoals de transfer van macht en prestige van Rome naar Constantinopel. Deze transfer was in zesde-eeuws Constantinopel het onderwerp van een debat waaraan een omvangrijk netwerk van geschoolde bureaucraten deelnam. Dit netwerk oversteeg deels de politieke, sociale en linguïstische barrières van de periode. Antiquarianisme behoorde tot het gedeelde instrumentarium van dit netwerk om impliciet met elkaar en met de keizerlijke overheid in debat te gaan over de rol van Rome en Constantinopel. Het gemeenschappelijke antiquarisch materiaal werd door zesde-eeuwse auteurs teven gebruikt om verschillende standpunten in te nemen in dit debat. De antiquarische auteurs trachtten Rome als zingevend kader voor historiografie deels te vervangen door de eigen thuisregio, het eigen administratief departement, en de persoonlijke levenssfeer.
Het onderzoek is gefinancierd door NWO.