Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Uniform screening for atypical language development in Dutch child health care

Promotie:dr. M.I. (Margot) Bochane
Wanneer:02 juni 2021
Aanvang:12:45
Promotors:C.P. (Cees) van der Schans, prof. dr. S.A. (Menno) Reijneveld
Copromotor:dr. M.R. Luinge
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Uniform screening for atypical language development in Dutch child
health care

Signaleren van taalproblemen bij jonge kinderen

In een klas of groep van twintig kinderen, heeft – statistisch gezien – één kind een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Voor kinderen met TOS is het heel moeilijk om goed mee te komen op school. De problemen in de taal geven ook makkelijk miscommunicatie en daardoor kunnen gedragsproblemen ontstaan. Het tijdig herkennen van een TOS is van groot belang voor het vroegtijdig beginnen met behandelen. Zo kun je problemen op school, thuis en in de vrije tijd bij de kinderen voorkomen of verminderen. Op dit moment worden kinderen met TOS nog niet altijd vroeg gesignaleerd.

Problemen in de taalontwikkeling kunnen al wel vroeg worden gesignaleerd, bijvoorbeeld op tweejarige leeftijd door consultatiebureaumedewerkers. Ook ouders, peuterspeelzaalleidsters en leerkrachten op de basisschool kunnen problemen in taalontwikkeling bij kinderen signaleren. Daarvoor is een screeningsinstrument voor taal nodig dat eenvoudig bepaalt of de taal van een kind ‘pluis’ is of ‘niet pluis’. Vroeg signaleren van taalproblemen is belangrijk, maar tot vandaag worden er nog kinderen gemist.

In dit proefschrift presenteer ik een nieuw instrument voor de signalering van problemen in de taalontwikkeling bij kinderen van één tot zes jaar, de Early Language Scale (ELS). Ik beschrijf ook de ontwikkeling van de kenmerkende mijlpalen in de taalontwikkeling van kinderen, hoe goed de huidige signalering op tweejarige leeftijd op het consultatiebureau is en wat ouders van deze signalering vinden. De ELS blijkt TOS bij jonge kinderen goed op te sporen en kan daarom belangrijk bijdragen aan de opsporing van deze problemen op het consultatiebureau.