Diagnostic strategies in children with chronic gastrointestinal symptoms in primary care
Promotie: | dr. G.A. (Gea) Holtman |
Wanneer: | 31 oktober 2016 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. M.Y. (Marjolein) Berger |
Copromotors: | dr. Y. (Yvonne) Lisman-van Leeuwen, dr. P.F. (Patrick) van Rheenen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Simpele test voor huisartsenpraktijk om IBD bij kinderen uit te sluiten
Het is een diagnostisch dilemma waarmee huisartsen regelmatig te maken krijgen: heeft een kind met veel buikpijn nu functionele buikpijn of chronisch inflammatoire darmziekte (IBD), waarbij de darmwand chronisch ontstoken is? De huisarts wil niet het risico lopen IBD te missen, maar evenmin onnodig doorverwijzen naar de kinderarts. Gea Holtman onderzocht de diagnostische waarde van een nieuwe test (fecaal calprotectine) voor IBD in de huisartsenpraktijk. De eerste resultaten zijn positief.
Op het spreekuur van de huisarts komen regelmatig kinderen met langdurige buikpijn en/of diarree. De oorzaak kan ‘functioneel’ zijn, dat wil zeggen dat er geen onderliggende oorzaak voor gevonden wordt, of ‘organisch’ – een indicatie dat er ergens in het lichaam iets aan de hand is, zoals bij IBD, een chronische ontsteking van het maagdarmstelsel. De huisarts volgt patiëntjes met buikpijn gedurende langere tijd. Wanneer hij of zij vermoedt dat er IBD in het spel kan zijn, is het nodig om kinderen door te verwijzen. IBD komt weliswaar weinig voor, maar het tijdig herkennen van een darmziekte kan ernstige gevolgen zoals groeivertraging en bloedarmoede voorkomen. De ziekte wordt vastgesteld door een maagdarmleverarts die daarvoor darmonderzoek moet verrichten. Bij kinderen gebeurt dit onder volledige narcose.
Er bestaat nog geen goede, betrouwbare test om IBD al in de huisartsenpraktijk uit te sluiten. Bloedmarkers, die hiervoor wel worden gebruikt, zijn voor andere doeleinden ontwikkeld en geven daardoor niet altijd betrouwbare resultaten. Holtman onderzocht in de DOK-studie de diagnostische waarde van de test fecaal calprotectine onder twee groepen kinderen van 4-18 jaar, een ‘huisartsencohort’ van 114 kinderen en 90 kinderen met een doorverwijzing naar de kinderarts (het ‘verwezen cohort’). De fecaal calprotectine test meet of het ontstekingseiwit calprotectine in de ontlasting voorkomt. Holtman concludeert op basis van de DOK-studie dat de test betrouwbaar is, en snel en makkelijk in gebruik. Een normale uitslag voor fecaal calprotectine kan volgens haar IBD veilig uitsluiten, en zo belastend onderzoek voor het kind voorkomen. Holtman vindt het belangrijk dat er vervolgonderzoek komt waarin het gebruik van de test in de huisartsenpraktijk onderwerp van studie is.
Gea Holtman (1985) studeerde Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door Fonds NutsOhra en UMCG doelmatigheidsonderzoek. Holtman blijft als onderzoeker in het UMCG werken.