Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Understanding urban to regional emissions of N2O and CH4 within the Netherlands

Promotie:X. (Xin) Tong
Wanneer:29 april 2024
Aanvang:11:00
Promotors:H. (Huilin) Chen, Prof, prof. dr. H.A.J. (Harro A J) Meijer
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Understanding urban to regional emissions of N2O and CH4 within the
Netherlands

Emissie van lachgas boven Rotterdam drie keer groter dan gerapporteerd

Na CO2 zijn N2O (lachgas) en CH4 (methaangas) de meest door de mens versterkte broeikasgassen. Volgens verschillende rapporten wordt de emissie van CH4 onderschat, en de emissie van N2O wordt zelfs zelden bestudeerd voor stedelijke gebieden. Bovendien zijn de top-down en bottom-up schattingen van de N2O- en CH4-emissies sterk verschillend voor hotspotregio's. De oorzaken voor deze verschillen zijn slecht begrepen, waardoor lokale autoriteiten voor uitdagingen komen te staan bij het maken van effectief mitigatiebeleid.

Xin Tong onderzocht de Nederlandse emissies van N2O en CH4 van stedelijke tot regionale schalen. Ze ontwikkelde een AirCore systeem voor zeer nauwkeurige atmosferische metingen van N2O en CH4 boven de drie stedelijke gebieden van Groningen, Utrecht en Rotterdam. Ze ontdekte dat de N2O-emissies, geschat met behulp van een massabalans, ongeveer drie keer zo hoog zijn als de Nederlandse inventaris voor Rotterdam, terwijl de CH4-emissies niet significant afwijken van de inventaris. 

Ten tweede heeft Tong de bottom-up inventarisatie herzien op basis van metingen met mobiele meetwagens en vergeleken met top-down schattingen voor het hele gebied van Rotterdam (inclusief de Maasvlaktes). De N2O- en CH4-emissies van afvalwaterzuiveringsinstallaties en de broncategorie "verkeer en vervoer" worden in de inventaris onderschat. 

Ten derde vertonen in het onderzoeksgebied, dat zich uitstrekt over een gemengd landbouw-stedelijk gebied, de met micrometeorologische methoden geschatte N2O - en CH4-fluxen duidelijke seizoensvariaties, met relatief hoge waarden van maart tot september. Deze variaties worden hoogstwaarschijnlijk gedomineerd door landbouwactiviteiten. Verder worden de regionale emissies van N2O en CH4 beide overschat in de EDGARv6.0 inventaris. Samenvattend geeft dit promotieonderzoek inzicht in de emissies van N2O en CH4 in Nederland en benadrukt het het belang en nut van zeer nauwkeurige atmosferische metingen voor de beperking van emissies.

Xin Tong voerde haar promotieonderzoek uit bij het Energy and Sustainability Research Institute Groningen, afdeling Isotopenonderzoek, met financiering van het Chinese Scholarship Council.