Overdracht onder voorwaarde

Overdracht onder voorwaarde: Een proeve van een theorie met betrekking tot de constructie, strekking en werking van de overdracht onder voorwaarde
De overdracht onder voorwaarde is een vermogensrechtelijke rechtsfiguur die zowel klassiek als in ontwikkeling is. Hoewel zij stevig is verankerd in het goederenrechtelijke systeem, blijft zij tegelijkertijd onderwerp van veel discussie – niet alleen in de rechtswetenschap, maar ook in de rechtspraktijk. In het dagelijks economisch verkeer vervult zij een belangrijke functie bij uiteenlopende transacties variërend van de overdracht van zaken tot andere goederen zoals aandelen en geldvorderingen.
De voorwaarden waaronder een goed wordt overgedragen, kunnen sterk uiteenlopen. Zo kan de voorwaarde zowel opschortend als ontbindend van aard zijn. Bij een opschortende voorwaarde gaat het goed pas over wanneer aan de voorwaarde is voldaan; bij een ontbindende voorwaarde wordt de rechtsovergang die door de overdracht tot stand is gebracht, bij de verwezenlijking van de voorwaarde weer ongedaan gemaakt. Ook buiten dit onderscheid kunnen voorwaarden inhoudelijk sterk verschillen. Partijen zijn in beginsel vrij om de inhoud van de voorwaarde zelf te bepalen. Zo kan de voorwaarde bestaan uit de (niet-)betaling van de koopprijs, maar ook uit een hoogst onzekere gebeurtenis - bijvoorbeeld dat het Nederlandse elftal wereldkampioen wordt door in de finale het Duitse elftal met vijf tegen nul te verslaan. Zolang die (hoogst) onzekere gebeurtenis nog kan plaatsvinden, blijft de mogelijkheid bestaan dat het goed bij de vervulling van de voorwaarde van rechtswege overgaat – soms zelfs tot in de verre toekomst – en in beginsel ongeacht inmiddels door derden verkregen rechten. Dat maakt de overdracht onder voorwaarde tot een dynamische en juridisch intrigerende rechtsfiguur.
In dit proefschrift wordt de constructie, strekking en werking van de overdracht onder voorwaarde onderzocht, met bijzondere aandacht voor de positie van de verwachter – de beoogde verkrijger bij vervulling van de voorwaarde – en het bekende arrest Rabobank/Reuser uit 2016. Het onderzoek leidt tot de ontwikkeling van de leer van de gebondenheid van het goed: een samenhangende theorie, die verklaart waarom de vervulling van de voorwaarde goederenrechtelijke werking heeft. Zij sluit beter aan bij de systematiek van het goederenrecht dan bestaande verklaringen, zoals de splitsingsleer. Het onderzoek draagt daarmee niet alleen bij aan een verdieping van het rechtswetenschappelijk inzicht in dit kernleerstuk, maar biedt ook concrete handvatten voor de rechtspraktijk.