Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Reviving the region

Endogenous development in European rural regions, 1975-present
Promotie:Dhr. B. (Bart) Hoogeboom
Wanneer:27 augustus 2020
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. M.G.J. (Maarten G J) Duijvendak
Copromotor:dr. M. Molema
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Reviving the region

Beleidstraditie grootste impact op beleidsverandering in ontwikkeling plattelandsregio’s

Regionaal industriebeleid, geïntroduceerd in de naoorlogse periode, werd in de jaren ‘70 steeds meer bekritiseerd. Door economische stagnatie werden subsidies voor onderontwikkelde regio’s minder effectief. Daarnaast werden kwetsbare regio’s afhankelijk van externe impulsen. In de late jaren ‘70 ontstonden nieuwe ideeën, gericht op de endogene ontwikkeling van regio’s. Deze nieuwe aanpak betekende dat regionale beleidsmakers de leiding kregen, dat participatie van onderop werd gestimuleerd en dat beleidsinterventies beter moesten aansluiten op het potentieel van de regio. Het proefschrift van Bart Hoogeboom omvat een vergelijkende historische en institutionele analyse van endogeen ontwikkelingsbeleid in drie plattelandsregio’s: Noordoost-Fryslân (Nederland), Meetjesland (België) en het Waldviertel (Oostenrijk). Hoogeboom heeft de impact van drie variabelen op endogeen regionaal beleid onderzocht, namelijk de bestuursstructuren, de beleidstraditie en gebiedskenmerken.

In het onderzoek worden periodes van snelle verandering (critical junctures) in beleidsideeën en de beleidspraktijk geïdentificeerd en gerelateerd aan de variabelen. Hoogebooms belangrijkste conclusie is dat de beleidstraditie de grootste impact had op beleidsverandering. De beleidstraditie is de mate van bewustzijn en overeenstemming van actoren over de doelen en middelen van het regionale beleid. Een slecht ontwikkelde beleidstraditie faciliteerde snelle verandering, zoals het geval was in het Waldviertel waar de endogene aanpak snel en krachtig werd opgepakt. Een sterke beleidstraditie zoals in Noordoost-Fryslân was een barrière voor verandering, maar de nieuwe aanpak werd uiteindelijk sterker verankerd vergeleken met het Waldviertel. In het Meetjesland werd de samenwerking onderling en met andere bestuurslagen bemoeilijkt, doordat actoren nauwelijks gedeelde opvattingen over het te voeren beleid hadden.