Skip to ContentSkip to Navigation
Society/business Science Shops Language, Culture and Communication Projecten Afgeronde projecten en publicaties

Onderzoek voor Stichting Zendingserfgoed

Scriptie van Marrit Claus

Stichting Zendingserfgoed, opgericht in 2011, beheert het materiële erfgoed van de Protestantse zendingen en maakt dit zichtbaar voor het grote publiek. De collecties die de stichting beheert bestaan onder meer uit kunstvoorwerpen, etnografica, tentoonstellingen, films, dia’s en boeken. De stichting wilde meer kennis van de representatie van de zending (het zogeheten “zendingsbeeld”) in boeken voor kinderen en oudere jeugd. Hierbij ging de voorkeur uit naar boeken over de zending in Indonesië.

Blabla over zendingserfgoed
Blabla over zendingserfgoed

Op verzoek van Stichting Zendingserfgoed onderzocht Marrit Claus, master student Neerlandistiek, het zendingsbeeld dat naar voren komt in jeugdboeken uit de periode 1900-1980. Ze deed dit in opdracht van de wetenschapswinkel. Marrit analyseerde 15 jeugdzendingsboeken over Indonesië aan de hand van een zorgvuldig opgesteld literair-wetenschappelijk analysemodel. Ook plaatste ze de boeken in hun historische context. De uitkomst van haar onderzoek geeft een rijk inzicht in het zendingsbeeld dat 20e eeuwse protestantse jeugdliteratuur over Indonesië uitstraalt. Daarnaast laat Marrits scriptie zien hoe dit beeld zich gedurende de eeuw ontwikkeld.

Een positief zendingsbeeld

Uit Marrits literaire analyse blijkt dat de jeugdzendingsboeken op verschillende manieren een positief beeld geven van de protestantse zending en haar effect. Dit was voornamelijk om de noodzaak van de zending te onderstrepen en de financiering te realiseren. Een belangrijk onderdeel van het positieve beeld is de keuze van een hoofdpersonage en de manier waarop deze wordt gepresenteerd. De hoofdpersonages bepalen immers hoe de zending wordt bedreven en ontvangen.

In dertien van de vijftien onderzochte boekjes is de hoofdpersoon dan wel een zendeling, ofwel een kind dat woont in het zendingsland. Wanneer de hoofdpersoon een zendeling is, verloopt het verhaal veelal op dezelfde wijze: een man ervaart op een bepaald moment in zijn (jonge) leven een goddelijke roeping om de zending in te gaan. Deze mannen gaan vervolgens op reis naar een eiland in of nabij Indonesië, om de evangelie te verkondigen en de bevolking te bekeren. Tijdens de reis is tegenslag een belangrijk verhaalpunt. Hierdoor staat het geduld, de vriendelijkheid en heldhaftigheid van de zendeling voorop in het voltooien van de zendingsmissie. Deze positieve eigenschappen benadrukken de christelijke moraal die de zendingsboekjes uitstralen.

Verschuiving van moralen

Gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw staan de jeugdzendingsverhalen nog heel duidelijk in het teken van de bekering en de missie zelf. Het beeld van de zendeling en de Indonesiër is dan nog vrij statisch. Vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw verschuift het beeld en staan de personages meer op zichzelf. Ze fungeren minder als vertegenwoordiger van de zendingsmissie. Hierdoor worden karaktereigenschappen ook diverser. De christelijke Indonesiërs worden niet louter als positief neergezet en de heidense Indonesiërs niet louter als negatief. Het sterk moraliserende en activerende karakter van de boekjes vermindert, waardoor het genre niet langer slechts een voertuig voor de zendingsboodschap is. Dit heeft ook te maken met het feit dat de protestantse jeugdliteratuur zich in het algemeen meer gaat focussen op de belevingswereld van het kind. De relateerbaarheid van de karakters wordt belangrijker dan hun representatieve functie. De boeken staan nog steeds in teken van de zending, maar verwerken het subtieler in de verhaallijnen.

Meer weten?

Marrits volledige scriptie is beschikbaar voor belanghebbenden.

Laatst gewijzigd:06 maart 2023 09:51