Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Wetenschapswinkels Taal, Cultuur en Communicatie Projecten Afgeronde projecten en publicaties

Middeleeuws watermanagement

In de vroege middeleeuwen lag er in Groningen een dikke laag veen. Wanneer de Groningers in de 10e eeuw beginnen met het afgraven van het veen, begon het veen in te klinken en stroomde het water niet meer vanzelf weg. Het was dus voor de bewoners noodzakelijk een systeem van waterbeheer op te zetten. Hoe gaven Groningers in de veertiende en vijftiende eeuw hier vorm aan? Dit onderzocht Reinder in opdracht van de historische commissie en de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie.

Veenafgravingen in de provincie
Veenafgravingen in de provincie

Met zijn bachelorscriptie verschaft Reinder inzicht in de wijze waarop de plattelandsbevolking zich in de veertiende en vijftiende eeuw organiseerde om zich tegen de gevaren van het water te beschermen. Centraal in het onderzoek staan de beide zijlvesten die het waterbeheer in het midden van de huidige provincie Groningen voor hun rekening namen: het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen en het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest.

Over de daadwerkelijke organisatie van de zijlvesten in de late middeleeuwen is weinig bekend, zo ontdekt Reinder. Met behulp van vier bewaarde oorkonden, waarin overeenkomsten tussen verschillende belangengroepen met betrekking tot het waterbeheer zijn vastgelegd, onderzoekt hij het functioneren en de organisatie van de zijlvesten. Daarnaast plaatst hij de ontwikkeling van de zijlvesten in een breder perspectief door de institutionele inrichting van de middeleeuwse zijlvesten te vergelijken met de ontwikkeling die de Vlaamse en Hollandse waterschappen in dezelfde periode doormaakten.

Hoe hielden de Ommelanders in de late middeleeuwen hun voeten droog? Reinder ontdekt dat de institutionele inrichting van de beide zijlvesten duidelijke overeenkomsten vertonen en dat de functie van de zijlvesten in de veertiende en begin van de vijftiende eeuw nauwelijks aan verandering onderhevig is geweest. De zijlvesten faciliteerden voornamelijk het overleg tussen de vertegenwoordigers van de oude, kleinere organisatievormen, zodat die gezamenlijk over onvoorziene zaken konden beslissen.

De opmerkelijke continuïteit binnen de institutionele inrichting van de zijlvesten kan volgens Reinder het gevolg zijn geweest van het ontbreken van een centraal gezag. Zo had Holland, bijvoorbeeld, een graaf die de gezagspositie bekleedde. Typisch aan de Groninger zijlvesten bleek ook de nauwe betrokkenheid van de kloosters en hoofdelingen, die sterk afhankelijk waren van de landbouwopbrengsten van het gebied.

Laatst gewijzigd:06 augustus 2021 14:55