Project over digitale geletterdheid gehonoreerd vanuit Aanjaagfonds voor Innovatie van Universiteit van het Noorden

De Universiteit van het Noorden reikte onlangs de eerste cheques van € 75.000,- uit vanuit het Aanjaagfonds voor Innovatie. Er werd een ICOG project gehonoreerd: ‘Digitale geletterdheid en inclusie; de basis voor brede welvaart’ van prof. dr. Marcel Broersma , hoogleraar Media en Journalistieke Cultuur.

Over Digitale geletterdheid en inclusie

Het uitgangspunt van het project Digitale geletterdheid en inclusie is het toegankelijker maken van de digitale samenleving voor niet digitaal vaardigen. De onderzoekers willen het bestaande samenwerkingsverband de Digital Literacy Coalition verder uitbreiden tot een Noord-Nederlands netwerk door actief samen te werken met maatschappelijke partners die werken aan initiatieven die de digitale samenleving toegankelijker maken, bijvoorbeeld door mensen met een (zeer) lage digitale geletterdheid te trainen, door toepassingen duidelijker en gebruiksvriendelijker te ontwerpen of door alternatieve routes te ontwikkelen waardoor mensen die niet digitaal vaardig zijn toch gebruik kunnen maken van de digitale samenleving. De Digital Literacy Coalition is een initiatief vanuit de Rijksuniversiteit Groningen en bestaat uit twintig partners uit Noord-Nederland.

Over het Aanjaagfonds voor Innovatie

De Universiteit van het Noorden is een initiatief van de RUG, het UMCG, Hanzehogeschool Groningen, NHL Stenden, Van Hall Larenstein en het noordelijk MBO. Het Aanjaagfonds voor Innovatie heeft tot doel de realisatie van de RIS3-doelstellingen en de doelen van de Universiteit van het Noorden zoals geformuleerd in de Kennisagenda een boost te geven en te versnellen. Hiervoor is een bedrag van € 250.000,- euro op jaarbasis beschikbaar gesteld. Inmiddels is Ronde #2 geopend, en kunnen docenten en onderzoekers van de aangesloten kennisinstellingen hun onderwijs-, onderzoek- en valorisatieproject dat zich richten op tenminste één van de transities uit de Kennisagenda een aanvraag indienen. Belangrijke voorwaarde is dat tenminste drie aangesloten kennisinstellingen participeren in het project.