Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Socialistische Partij (SP) Geschiedenis

SP jaaroverzicht 2006

Uit: P. Lucardie, M. Bredewold, G. Voerman en N. van de Walle, 'Kroniek 2006. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2006' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2006 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2008), 15-104, aldaar 79-83.

Inleiding

Het jaar 2006 verliep opnieuw uitstekend voor de SP. Het ledenaantal groeide van 44.853 naar 50.740, een toename van 5.887 leden (ruim dertien procent). De gemeente­raadsverkiezingen van 7 maart brachten meer dan een verdubbeling van het zeteltal. Ook bij de Tweede-Kamer­verkiezingen van 22 november 2006 behaalde de partij een enorme overwinning.

Gemeenteraadsverkiezingen

Op 4 februari startte de SP de campagne voor de gemeenteraadsverkie­zingen met een bijeenkomst in Amsterdam. Hier werd ook een nieuw partijlogo gepresenteerd. De rood met groene tomaat werd ingeruild voor een strakke rood-witte variant.

De SP kwam in 91 gemeenten met een kandidatenlijst uit. Niet alle afdelingen die mee wilden doen kregen hiertoe de gelegenheid: het par­tijbestuur keurde deelname alleen goed wanneer een afdeling ideolo­gisch en organisatorisch aan bepaalde eisen voldeed.

De raadsverkiezingen verliepen voor de SP zeer succesvol: het zeteltal steeg van 143 naar 333 (zie tabel 1). De partij groeide vooral sterk in grote steden: in Groningen, Haarlem, Nijmegen, Arnhem en Leiden werd de SP de tweede partij. Opvallend genoeg verloor zij in Zoeter­meer, Schijndel en Oss – de thuishaven van de partij.

De SP mocht dan wel een van de winnaars van de raadsverkiezingen zijn, zij bleef in de meeste gemeenten buiten de colleges van burge­meester en wethouders. In 21 van de 82 gemeenten waar zij zitting in de raad had, trad zij toe tot het college. De andere partijen legden de oor­zaak daarvan bij de SP zelf: zij zou geen bestuursverant­woor­delijkheid aandurven, of teveel eisen stellen. Partijsecretaris J.G.C. van Heijningen ontkende dit; hij vond ook dat de SP niet tegen elke prijs hoefde te besturen.

Problemen in Den Helder en Amsterdam

Hoewel het partijbestuur had geprobeerd de deelname van de SP-afde­lingen aan de raadsverkiezingen nauwgezet te controleren, ontstonden er in Den Helder al zeer snel grote problemen. Binnen een week na hun installatie stapten drie raadsleden uit de SP-fractie, vanwege een ‘ver­trouwensbreuk’ met de fractievoorzitter (de Volks­krant, 31 maart 2006). De drie stelden hun raadszetels niet ter beschikking van de SP, maar gingen verder onder de naam Progressief Den Helder.

Ook in de Amsterdamse deelraad Zuideramstel deden zich problemen voor. Twee fractieleden van de SP werden in december verdacht van illegale onderverhuur van hun sociale huur­woning. Op 14 december werd het tweetal door het partijbestuur op non-actief gesteld, totdat er meer helderheid zou zijn.

Afdrachten

In de SP dienen vertegenwoordigers van deze partij in de Staten-Gene­raal, de Provinciale Staten en de gemeenteraden alsmede de SP-wethou­ders hun in­komsten voortvloeiende uit deze functies aan de partijkas over­ te maken, waarna de partij hun vervolgens weer een deel als onkostenvergoeding uitbetaalt. In een aantal geval­len maakten overhe­den de vergoedingen rechtstreeks over aan de SP, op basis van een zogeheten cessie-overeenkomst. In de herfst van 2005 weigerde B. Staal (D66), com­missaris van de koningin in Utrecht, ‘omwille van de zui­verheid’ aan deze regeling zijn mede­werking te verlenen; hij meende dat er sprake was van ‘belangen­ver­strenge­ling’ en van een ‘onwense­lijke betalingsrelatie’ tussen de provin­cie Utrecht en de SP (NRC Han­delsblad, 29 maart 2006). Staal vond dat de vergoe­ding van de Statenle­den door de provincie op hun privé-rekening moest worden gestort. Hij legde de kwestie op 27 oktober 2005 voor aan minister J. Remkes (VVD) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks­relaties. Deze ant­woordde op 17 januari 2006 dat hij het met Staal eens was. De minister kondigde aan een onderzoek in te stellen naar de regeling die in veel provincies en gemeenten werd gehanteerd. De SP vond de hele kwestie een storm in een glas water.

Verzet

In juli veroorzaakte partijleider J.G.Ch.A. Marijnissen opschudding, nadat hij in een interview in het mannenblad Penthouse het verzet in Nederland in de Tweede Wereld­oorlog op één lijn had gesteld met het moslim-fundamentalistische terrorisme in het Midden-Oosten. Voorzit­ter R. Hemmes van de Stichting Samenwerkend Verzet vond de uitla­tingen van Marijnissen van weinig respect getuigen. Volgens de SP-leider waren zijn opmerkingen echter uit hun ver­band gerukt. Hij liet weten de werkwijze van Hamas en Hezbollah af te keuren.

Coalitievoorkeuren

Op 10 juli verklaarde Marijnissen op de radio dat hij een kabinet van de SP met het CDA en de PvdA niet uitsloot. ‘Het idee dat wij alleen maar met rood willen, klopt niet’ (Trouw, 12 juli 2007). Marijnissens uitlatin­gen leidden tot enige commotie in de SP. Eerder had de SP-leider wel te kennen gegeven met GroenLinks en de PvdA in zee te willen. De soci­aal-democraten hielden zich echter op de vlakte. Verder dan het geza­menlijk drinken van een kopje koffie in november, vlak voor de verkie­zingen – op instigatie van GroenLinks-aanvoerder Halsema – ging PvdA-leider Bos niet (zie ook in deze Kroniek onder GroenLinks en SP).

Programma Tweede-Kamerverkiezingen

Op 31 augustus presenteerde de programmacommissie onder voorzitter­schap van het Tweede-Kamerlid Van Bommel het conceptverkiezings­programma met als titel Een beter Nederland, voor hetzelfde geld . Meest opmerkelijke punten waren de aanvaar­ding van het koningshuis en de NAVO. De SP was niet langer van mening dat Neder­land uit de NAVO moest, maar accepteerde het Westerse bondgenootschap als een ‘politiek feit’, aldus Van Bommel (NRC Handelsblad, 31 augustus 2006). Ook sloot de SP deelname aan vredesmissies niet uit, wanneer die tenminste door de Verenigde Naties waren goedgekeurd. Verder wenste de partij onder meer een ‘welvaarts­vaste’AOW, die niet mocht worden gefiscaliseerd – zoals de PvdA wenste – en een versoepeling van de keuringseisen voor WAO-ers.

Op 7 oktober stelde het partijcongres van de SP het verkiezingspro­gramma definitief vast. Slechts enkele wijzigingen voerden de zeven­honderd afgevaardigden door: zo werd de eis van gratis kinderopvang geschrapt. Over de NAVO vond een heftige discussie plaats, maar uit­eindelijk stemde slechts zo’n tien procent van de afgevaardigden tegen de voorgestelde koerswijziging.

Kandidaatstelling Tweede-Kamerverkiezingen

Op 2 september ging het partijbestuur akkoord met de ontwerpkandida­tenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen. Op de eerste plaats stond Marijnissen, die voor de zesde keer de SP-lijst aanvoerde. In oktober werd bekend dat hij in het voorjaar van 2006 een hart­aan­val had gehad. Na de partijleider kwamen vijf zittende Kamerleden. Eerste nieu­weling was A.A.G.M. van Raak, directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP en lid van de Eerste Kamer, op de zevende plek. De negende positie werd inge­nomen door mevr. R.M. Leijten, voorzitter van de SP-jongerenorganisatie ROOD.

Lijstduwer van de SP voor de verkiezingen was de theoloog, dichter en voormalige priester H.G.J.H Oosterhuis. Met Marijnissen had hij in 2001 het initiatief genomen tot de oprichting van de stichting ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’. Dat hij op de kandidatenlijst van de SP kwam te staan, paste in het streven van de partij zich ook te richten op de sociaal voelende christelijke kiezer.

Het partijcongres van 7 oktober nam de conceptkandidatenlijst zonder wij­zigingen over. Pogingen om twee (allochtone) tegenkandidaten – de van origine Surinaamse Ch. Jankie en de in Turks-Koerdistan geboren D. Yildirim – ver­kozen te krijgen mislukten.

Lijstduwer Oosterhuis uitte in zijn congresrede scherpe kritiek op het CDA. Ook partijleider Marijnissen betoogde dat vele christenen zich niet meer zouden kunnen vinden in het beleid van het CDA.

Campagne Tweede-Kamerverkiezingen

De SP begon de verkiezingscampagne op 20 oktober in Amsterdam op de Nieuw­markt, waar Marijnissen soep uitdeelde. In de campagne kon­den SP-sympathisanten een zogeheten ‘viral movie’ versturen naar vrienden en bekenden. Op het ‘finalefeest’ op 5 november in Arnhem, een paar weken voor de verkiezingen, werden de actieve leden alvast bedankt voor hun inzet. Opiniepeilingen lieten toen al zien dat de winst waarschijnlijk groot zou zijn; de SP was op een gegeven moment zelfs groter dan de VVD.

Uitslag Tweede-Kamerverkiezingen

Grote winnaar van de Tweede-Kamerverkiezingen was de SP, met 25 zetels – een voortuitgang ten opzichte van 2003 van zestien zetels. Aan­vankelijk leek het er zelfs op dat de SP 26 zetels had behaald. Nadat de stemmen van in het buitenland woon­achtige kiezers waren geteld en na de hertelling in onder meer de gemeente Eind­hoven ging er één zetel van de SP over naar de PvdA.

Partijleider Marijnissen reageerde uitgelaten op de uitslag. Hij sprak van een ‘histo­rische dag… Het is de dag waarop de socialisten de liberalen zijn gepasseerd’ (de Volkskrant, 23 november 2006). De uitslag bete­kende dat Eerste-Kamerfractie­voor­zitter M.J.M. Kox, die als 24-ste op de lijst stond, ook was gekozen. Hij besloot evenwel geen zitting te nemen in de Tweede Kamer.

Kabinetsformatie

Al voor de verkiezingen had partijleider Marijnissen te kennen gegeven dat zijn partij mee wilde regeren (zie hierboven). Tijdens de kabinets­formatie onderzocht ‘verken­ner’ R.J. Hoekstra de mogelijkheden van een kabinet van de SP met CDA en PvdA (zie in deze Kroniek onder ‘hoofdmomenten’). Na gesprekken te hebben gevoerd met Balkenende, Bos en Marijnissen kwam Hoekstra op 11 december tot de slotsom dat een dergelijke coalitie niet mogelijk was.

Laatst gewijzigd:07 augustus 2023 15:43