Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen BoerBurgerBeweging (BBB) Geschiedenis

Partijgeschiedenis

Op 1 november 2019 richtte Caroline van der Plas samen met Wim Groot Koerkamp en Henk Vermeer in Deventer de vereniging BoerBurgerBeweging (BBB) op. Aanleiding vormden de protesten van boeren tegen het strengere milieubeleid en in het bijzonder de beperking van de uitstoot van stikstof die het derde kabinet-Rutte had aangekondigd. De BBB zag zichzelf als 'de stem van en voor het platteland'. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 behaalde de BBB meer dan 100.000 stemmen, ruim voldoende voor één zetel. Begin 2022 telde de partij bijna 2400 leden.

Volgens de statuten was het doel van de partij 'om op een vernieuwende wijze het contact tussen boeren en burgers te herstellen, wederzijds begrip te kweken en de verbinding tussen het buitengebied en de burger te versterken'.

Op 13 mei 2020 stelde een (digitale) ledenvergadering een voorlopige kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 op, die op 17 oktober 2020 definitief werd vastgesteld. Van de 26 kandidaten waren twaalf 'boer' (dat wil zeggen werkzaam in landbouw, veeteelt of tuinderij); de overige veertien waren ‘burger’, maar vaak indirect bij de agrarische sector betrokken (als adviseur, consultant of ondernemer in de voedselindustrie). Enkelen waren lid (geweest) van CDA, VVD of een lokale partij. Lijsttrekker werd Caroline van der Plas; bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 werd zij als enige verkozen.

De BBB stelde 'naoberschap' tegenover ‘kosmopolitisch individualisme’. Volgens haar verkiezingsprogramma (dat ook in zes streektalen, waaronder het Haags, werd gepubliceerd) hadden de gevestigde partijen 'het belang van de rol van boeren, tuinders, vissers en jagers… onvoldoende onderkend' en ontbrak een langjarige en duurzame visie op de ontwikkeling van het platteland. De partij stelde de belangen van het platteland centraal, maar haar program bevatte ook tal van eisen op andere terreinen. De BBB wilde een nieuw Ministerie voor het Platteland vestigen op minstens 100 kilometer van Den Haag en Tweede Kamerleden evenals nieuwe bewoners van het platteland een 'inboeringscursus' laten volgen. Plattelandsgemeenten zouden niet gedwongen mogen worden te fuseren en zouden gratis openbaar vervoer moeten krijgen. Basisscholen moesten behouden blijven zolang die meer dan 40 leerlingen hadden, en er zou ook meer geld voor politie op het platteland moeten komen. De belangen van boeren en andere plattelanders klonken ook door in de voorstellen voor een flexibeler mestbeleid, terugdraaien van stikstofmaatregelen, de afwijzing van zonnepanelen of woningbouw op vruchtbare landbouwgrond, meer vrijheid voor jagers en beperking van natuurgebieden.

Andere eisen hadden weinig met deze belangen te maken. Zo ijverde BBB voor invoering van een referendum en een Constitutioneel Hof (om wetgeving aan de Grondwet te toetsen) en de directe verkiezing van burgemeesters. De Eerste Kamer zou door gemeenteraden moeten worden verkozen – mogelijk speelde daar wel weer het belang van plattelandsgemeenten mee. Op andere punten nam de partij soms een wat meer behoudend standpunt in (zo wees zij zowel negatieve als positieve discriminatie af, wilde ze terug naar 130 kilometer op de snelweg en keerde zij zich tegen een Europese 'superstaat' maar ook tegen een Nexit), soms een liberale positie (legalisatie van soft drugs, kernenergie) en soms een meer linkse of sociaaldemocratische opstelling (een tweejarige middenschool, een nationaal zorgfonds, hogere winstbelasting grote bedrijven).

Laatst gewijzigd:20 april 2023 11:46