Procederen in hoger beroep

Waaraan dient tegenwoordig een procesinleiding in hoger beroep (dagvaarding dan wel verzoekschrift) te voldoen? Waar moet u aan denken bij een tussentijds appel (zowel van de ene als van de andere partij)? Wat is de huidige stand van zaken omtrent de ('in beginsel strakke') tweeconclusieregel en de devolutieve werking van het appel? In de cursus Procederen in hoger beroep gaat mr. Koerts in op deze en andere aspecten van het procederen in hoger beroep.

In civiele zaken is procederen in hoger beroep niet hetzelfde als procederen in eerste aanleg. Het civiele appelprocesrecht wil nog wel eens voor hoofdbrekens of onverwachte en ongewenste uitkomsten zorgen. Drie aspecten van het procederen in hoger beroep zullen in deze cursus in ieder geval aan de orde komen. In de eerste plaats betreft dat de ingang tot het appel (dagvaardings- en verzoekschriftprocedures, tussentijds appel, appelverboden). Ten tweede komt de zogenaamde ‘in beginsel strakke regel’, ook wel de tweeconclusieregel, aan de orde. Het derde te behandelen aspect betreft de devolutieve werking van het appel en de valkuilen die daarbij op de loer liggen.

Deze cursus is bijzonder interessant voor advocaten die regelmatig in (civiel) hoger beroep procederen, rechters en griffiers.

Over de docent

mr. Patrick Koerts is verbonden aan de vakgroep Privaat- en Notarieelrecht van de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn afstuderen aan de RUG in 2002 is Patrick ruim tien jaren als advocaat werkzaam geweest. Sinds 2014 is hij docent en onderzoeker aan diezelfde Rijksuniversiteit Groningen, waar hij onderwijs in het burgerlijk procesrecht verzorgt en (promotie)onderzoek doet op het terrein van het appelprocesrecht.

Alle informatie op een rijtje