Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Kleurrijke Kopstukken: Frits Zernike

03 november 2025

Op 9 december 2025 is het 400 jaar geleden dat Ubbo Emmius, de grondlegger van de RUG, overleed. In zijn voetspoor is de RUG gekleurd door velerlei mensen die er hebben gewerkt en gestudeerd, door de eeuwen heen. Sommigen zijn van uitzonderlijke betekenis geweest. Door hun bijzondere prestaties, opvattingen en activiteiten. Deze serie belicht een aantal van deze ‘Kleurrijke Kopstukken’. Deze keer: Frits Zernike.

decoratieve afbeelding

4 november 1953: Frits Zernike hoort dat hij de Nobelprijs natuurkunde heeft gewonnen

Op 4 november 1953 hield Frits Zernike zijn oor dicht tegen het radiotoestel. Een Zweedse journalist had hem laten weten dat hij mogelijk de Nobelprijs voor Natuurkunde zou krijgen. Professor Zernike had nooit gedacht dat hij voor zo’n hoge onderscheiding in aanmerking zou komen. Hij kreeg ongelijk. Zijn naam galmde door de luidspreker. En niet heel veel later ontving hij een officieel telegram van de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen: ‘The Royal Swedish Academy of Sciences has awarded you the Nobelprize for physics 1953. Letter follows. Westgren. Secretary.’

Elders in Groningen, in de Stadsschouwburg, wachtte een volle zaal op het begin van een operavoorstelling. Opeens beklom Rector Magnificus Pieter Jan van Winter het podium voor een mededeling: ‘Groningen heeft een Nobelprijswinnaar!’ Een staande ovatie volgde.

Rumbonen

De dag na de bekendmaking wilde Zernike gewoon zoals elke donderdag college geven, maar dat liep toch iets anders. Op het Natuurkundig laboratorium aan de Westersingel werd hij gehuldigd door docenten, studenten en personeel van het laboratorium. Omdat er destijds binnen rijksgebouwen geen alcohol mocht worden genuttigd, verzon Zernike een list. Hij trakteerde zijn collega’s en vrienden op… rumbonen. Op 10 december ontving hij de prijs in Stockholm. De internationale pers wilde vooral weten wat hij met het geldbedrag ging doen. Een nieuwe fiets kopen? Zernike antwoordde: ‘Nee, mijn oude beestje doet het nog prima.’ Hij besteedde een deel van het bedrag aan de aanschaf van enkele instrumenten die het budget van de universiteit te boven gingen. Hij stond niet graag in de schijnwerpers, maar wist wat er van hem werd verwacht. Wel ging hij het liefst weer gewoon aan het werk.

decoratieve afbeelding
De door Zernike bedachte en ontwikkelde fasecontrastmicroscoop maakte het mogelijk om levensprocessen als kerndeling en celdeling waar te nemen en zelfs vast te leggen op film.

Onzichtbaar leven wordt zichtbaar

De kern van het belang van de ontdekkingen van Zernike, lag bij het ontsluieren van de mysteries van levende materie. In de wetenschappelijke wereld was de microscoop het belangrijkste instrument om cellen mee te bestuderen. De doorzichtigheid van de cellen vormden echter een probleem. Vóór Zernike’s ontdekking werden de cellen gedood en daarna gekleurd om ze te kunnen bekijken. Levende materie onderzoeken was daardoor nagenoeg onmogelijk. De door Zernike bedachte en ontwikkelde fasecontrastmicroscoop maakte het mogelijk om levensprocessen als kerndeling en celdeling waar te nemen en zelfs vast te leggen op film. Daar kwam bij dat Zernike een versie van de microscoop had ontwikkeld die betaalbaar was voor iedere onderzoeker. De vernieuwde microscoop werd daardoor al snel over de hele wereld gebruikt. De uitvinding van Zernike zorgde zo voor een doorbraak in de medische en biologische wetenschappen.

Op bezoek bij Zeiss

Zernike publiceerde zijn resultaten voor het eerst in 1932, maar kreeg aanvankelijk nogal lauwe reacties. Bekend is het verhaal over Zernikes bezoek aan de bekende firma Zeiss in Jena, waar hij zijn vondst aan de man probeerde te brengen. De reactie daar was: ‘Als dit van enige praktische waarde was, hadden we het zelf al lang uitgevonden.’ Na de oorlog bleek dat men in Jena wel degelijk met de vinding aan de slag was gegaan. Zernike kreeg bij de uitwerking en de bouw van de nieuwe microscoop hulp van de natuurkundige Caroline Bleeker die haar eigen optiek- en instrumentenbedrijf had.

Geboren in Amsterdam, groot geworden in Groningen

Frits Zernike werd in 1888 geboren in een in veel opzichten opmerkelijk Amsterdams gezin. Vader en moeder waren allebei wiskundigen. De oudere zus van Frits, Anne, was de eerste vrouwelijke theologiestudent van Amsterdam en zou later de eerste praktiserende Nederlandse predikant worden. Zijn andere zus Elisabeth was een bekroond literair schrijfster. Na de HBS ging Zernike chemie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In 1913 werd hij in Groningen assistent van de beroemde astronoom Jacobus Kapteyn. Hij promoveerde in 1915 op een onderzoek naar lichtverstrooiing in gassen en mengsels. Vervolgens ging Zernike in Groningen werken als docent theoretische natuurkunde. Al in 1920 werd hij hoogleraar in diezelfde wetenschap.

Omdenker en knutselaar

Zernike was een zeldzaam veelzijdig fysicus. Theoretisch sterk, maar ook in staat om die kennis te gebruiken voor praktische toepassingen. Zijn specialiteit was het verbeteren van reeds bestaande en volmaakt geachte fysische instrumenten. Hij was erg goed in omdenken: zien dat iets niet klopt, maar zich ook afvragen waarom dat zo is. Daarbij was hij een echte knutselaar. Zijn werkkamer in het laboratorium aan de Westersingel was een verbijsterende chaos: flesjes, potjes, schroefjes, draadjes, gereedschap. Zelf wist hij alles altijd terug te vinden. Die intelligentie en dat goede geheugen kwamen hem goed van pas op een congres in Parijs in 1946. Daar kwam hij samen met enkele andere congresgangers vast te zitten in een lift van het hotel, tussen twee verdiepingen. Zernike keek naar het bedieningspaneel, zag welke firma de lift had geleverd, herinnerde zich de technische details van het mechanisme en bracht met enkele handgrepen de lift weer in beweging.

decoratieve afbeelding
Frits Zernike reisde naar Stockholm waar hij de Nobelprijs ontving van koning Gustaaf.

‘Weet u dat u op de Nobelprijswinnaar lijkt?’

Hij reisde naar Stockholm waar hij de gouden medaille op 10 december 1953 uit handen van koning Gustaaf ontving. Zeker, hij was vereerd, maar hij was er ook niet ondersteboven van. Hij keerde per trein terug. Naar verluidt zat tegenover hem een man die na verloop van tijd opmerkte: ‘U lijkt op de nieuwe Nobelprijswinnaar uit Nederland.’ Waarop Zernike antwoordde: ‘Dat zeggen er wel meer.’

In 1958 gaf hij ter gelegenheid van zijn emeritaat een afscheidscollege in de aula van de universiteit van Groningen. Zernike werd getypeerd als een bescheiden man en sloot zijn toespraak af door te zeggen: ‘Ik heb met dit college willen aantonen dat mijn werk toch dikwijls tot onverwachte resultaten heeft geleid.’ Die bijzondere ‘onverwachte resultaten’ leven nog steeds voort in de wetenschap. Vanaf 1958 werd Frits Zernike in toenemende mate gehinderd door een neurologische ziekte. Daardoor moest hij al snel zijn werkzaamheden neerleggen. Hij overleed in 1966, op 77-jarige leeftijd.

decoratieve afbeelding
De Zernike Campus in Groningen

Frits Zernike in de stad Groningen, anno 2025

Zeer bekend in Groningen is de Zernikecampus, met veel onderwijs- en onderzoekgebouwen van RUG en Hanze. Op de Zernikecampus zijn ook veel bedrijven gevestigd. Op de Campus vinden we de Zernikelaan en de Zernikeborg. De Zernike scholengemeenschap is naar hem vernoemd. De Groningse bijdrage aan het landelijke weekend van de wetenschap elk jaar in oktober is naar Frits Zernike vernoemd: Zpannend Zernike.

Frits Zernike

  • 1888: Op 16 juli geboren in Amsterdam
  • 1913: Assistent van JC Kapteyn, universiteit Groningen
  • 1915: Promotie scheikunde, universiteit Amsterdam
  • 1920: Hoogleraar theoretische natuurkunde, Groningen
  • 1953: Op 4 november Nobelprijs natuurkunde
  • 1958: Frits Zernike gaat met emeritaat
  • 1966: Frits Zernike overlijdt op 10 maart in Amersfoort

Zie voor meer Kleurrijke Kopstukken de overzichtspagina.

Laatst gewijzigd:03 november 2025 12:30
Deel dit Facebook LinkedIn
View this page in: English