Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Het leefklimaat in justitiële inrichtingen

01 maart 2016

Goed contact tussen personeel en gedetineerde heeft positief effect op de veiligheid

Goed contact tussen personeel en gedetineerde heeft een positief effect op de veiligheid in een gesloten instelling. Dit is één van de resultaten uit het onderzoek dat de vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Rijksuniversiteit Groningen en het Montaigne Centrum van de Universiteit Utrecht hebben verricht in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie. In de internationale literatuurstudie werd onderzocht door welke aspecten het leefklimaat in gesloten justitiële inrichtingen positief kan worden beïnvloed. Achtergrond hiervan is dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) beoogt een zodanig leefklimaat te creëren dat detentieschade zoveel mogelijk wordt voorkomen en een verantwoorde terugkeer naar de samenleving kan worden gestimuleerd.

Resultaten

Zes factoren (medebepalende elementen) en drie determinanten (omstandigheden die op zichzelf onvoldoende zijn om een positief leefklimaat te scheppen, maar daarvoor wel voorwaardenscheppend) zijn uitputtend onderzocht: De leefklimaatfactoren zijn: contacten tussen personeel en ingeslotenen, autonomie, contact met de buitenwereld/familiaire relaties, veiligheid, zinvolle dagbesteding en fysiek welbevinden. De determinanten zijn: gebouwelijke omgeving, professionaliteit van het personeel en samenstelling van de detentiepopulatie.

Enkele opvallende bevindingen uit de literatuurstudie zijn.

De factor contacten tussen het personeel en gedetineerden wordt in de literatuur aangeduid als het hart van het leefklimaat in een gesloten instelling. De relationele dimensie (waaronder ook die tussen ingeslotenen onderling) betreft respect, menselijkheid, vertrouwen en ondersteuning. De relatie tussen personeel en ingeslotenen kan zowel invloed uitoefenen op de beleving van detentie door gedetineerden, op de veiligheid in de inrichting als op het (delict)gedrag na afloop van het verblijf in een gesloten instelling

Autonomie, ook gedefinieerd als de mate waarin het aan gedetineerden wordt gelaten zelf keuzes te maken staat als factor van het leefklimaat in Nederland op dit moment zeer in de belangstelling. Gedetineerden kunnen feitelijk maar heel weinig zelf beslissen. Tegelijkertijd blijkt dat het geven van meer vrijheid en verantwoordelijkheid aan gedetineerden de zelfredzaamheid aanzienlijk bevordert. Het hebben van een eigen cel of kamer, controle over licht en temperatuur en het hebben van een eigen douche vergroten de ervaren autonomie. Dat geldt zeker ook voor het zelfstandig kunnen voorbereiden en koken van de maaltijd.

Uit de literatuur blijkt een sterke samenhang tussen de gepercipieerde kwaliteit van het leefklimaat en de mate waarin en wijze waarop gedetineerden in staat zijn en worden gesteld om relaties met de buitenwereld te onderhouden. Het ontvangen van bezoek blijkt een positieve invloed te hebben op zowel het gedrag van gedetineerden binnen detentie als op hun motivatie om aan re-integratie te werken en de recidive na afloop van detentie. De omstandigheden waaronder de relaties moeten worden onderhouden, kan voor gedetineerden echter ook aanleiding zijn daarvan af te zien.

Naar de gebouwelijke omgeving is veel onderzoek gedaan waaruit duidelijk wordt dat kleinere, overzichtelijke leefeenheden een positieve invloed hebben op zowel de beleving van het verblijf als op de veiligheid. Het verblijf met meerdere personen in een cel leidt tot grotere gevoelens van onveiligheid, minder autonomie en slechtere contacten met het personeel.

Doel onderzoek

Het onderzoek had als doel antwoord op de vraag wat er in de literatuur bekend is over het leefklimaat in justitiële inrichtingen en het effect dat het leefklimaat heeft op de beleving van detentie en het gedrag van justitiabelen tijdens en na afloop van het verblijf. Leefklimaat doelt op die aspecten van het onvrijwillig residentieel verblijf in justitiële inrichtingen die van invloed zijn op het welbevinden en/of het gedrag van de bewoners tijdens en na afloop van het verblijf. Het onderzoek heeft betrekking op zowel het reguliere gevangeniswezen, de forensische (geestelijke gezondheids)zorg, de vreemdelingenbewaring en de justitiële jeugdinrichtingen. Ook wordt een overzicht gegeven van de diverse instrumenten om het leefklimaat te meten. De literatuurstudie is verrijkt met casusbeschrijvingen van inrichtingen die bekend staan om hun positieve leefklimaat. Onder andere werd een bezoek gebracht aan de zelfredzame afdeling van de PI Heerhughowaard, de afdeling voor langdurige en intensieve forensische zorg ‘De Voorde’ en het beroemde Noorse gevangeniseiland Bastoy.

Het onderzoek werd verricht door: Miranda Boone (Universiteit van Utrecht, UU en Groningen, RUG), Martina Althoff (RUG) en Frans Koenraadt (UU). Het rapport is te downloaden op de site van het WODC .

Laatst gewijzigd:19 januari 2024 08:41

Meer nieuws

  • 16 april 2024

    RUG ondertekent Barcelona Declaration on Open Research Information

    De Rijksuniversiteit Groningen heeft de Barcelona Declaration on Open Research Information (Verklaring Open Onderzoeksinformatie) officieel ondertekend. Dit wordt gezien als een grote stap richting verantwoordelijke onderzoeksbeoordeling en open...

  • 02 april 2024

    Vliegen op houtstof

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...

  • 18 maart 2024

    VentureLab North helpt onderzoekers op weg naar succesvolle startups

    Het is menig onderzoeker al overkomen. Tijdens het werken vraag je je opeens af: zou dit niet ontzettend nuttig zijn voor de mensen buiten mijn onderzoeksveld? Er zijn allerlei manieren om onderzoeksinzichten te verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan...