Van babytijd tot ouderdom: gedurende de hele levensloop ontwikkelen mensen zich. Altijd in voortdurende interactie met de omgeving. Daarom is ontwikkelingspsychologie een heel breed en boeiend werkveld.
In deze track staat de ontwikkeling van het individu in de eigen omgeving centraal. In het programma is aandacht voor de praktijk van opvoeding en onderwijs, voor begeleiding van ontwikkelingsprocessen binnen gezin, school en maatschappij, en voor diagnostiek in diverse praktijkcontexten.
Vanuit de procesbenadering en de visie van ontwikkeling als complex dynamisch systeem bestudeer je zowel normale als problematische ontwikkeling. Je leert normale en problematische ontwikkelingen herkennen, begrijpen en, waar mogelijk, bijsturen.
Door je keuzes van vakken, theseonderwerp en stageplaats, kun je in jouw masterprogramma de nadruk leggen op de onderwijs- of hulpverleningskant van het vakgebied.
Het vakkenpakket dat bij jouw interesse en plannen aansluit, stel je samen in het planningsgeprek met de mastercoördinator. Wij vinden het belangrijk dat jij de juiste stappen zet om te groeien in de richting van de loopbaan die jij ambieert.
In dit jaar leer je normale en afwijkende ontwikkeling te analyseren en begrijpen vanuit een procesperspectief. Je onderzoekt ontwikkelingsprocessen met als doel deze te begrijpen en/of bij te buigen en je leert bepalen hoe en wanneer interventie in ontwikkelingsprocessen effectief is. Daarnaast doe je je masterstage en je masterthese.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
Repeated Measures (5 EC) | ||||
Diagnostiek & interventie in de ontwikkelingspsychologie (5 EC) | ||||
Masterstage ontwikkelingspsychologie (20 EC) | ||||
Masterthese ontwikkelingspsychologie (10 EC) | ||||
Analyzing individual development (5 EC) | ||||
Ontwikkelingspsychopathologie: een ontwikkelingsperspectief (5 EC) | ||||
Mijlpalen en Talent in ontwikkeling (5 EC) | ||||
Test construction (5 EC) | ||||
Ontwikkeling in de praktijk |
Specifieke eisen | Extra informatie |
---|---|
vooropleiding |
Je vooropleiding en gekozen mastertrack bepalen de aanmeldingsprocedure en of je in aanmerking komt voor toelating tot de master of een eventuele premaster. |
taaltoets cijfer |
Afhankelijk van je achtergrond en de taal van de gekozen track, moet je een bewijs van taalvaardigheid van de Nederlandse of Engelse taal indienen. |
overige toelatingseisen |
Selectie Procedure
|
Voor alle informatie, inclusief de hierboven vermelde onderwerpen, kun je terecht op de pagina's: Aanmelding, Toelating en Selectie
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 maart 2024 | 01 september 2024 |
01 oktober 2024 | 01 februari 2025 |
Nationaliteit | Jaar | Kosten | Vorm |
---|---|---|---|
EU/EER | 2023-2024 | € 2314 | voltijd |
EU/EER | 2024-2025 | € 2530 | voltijd |
Praktische informatie voor:
Je kunt meteen aan de slag in de praktijk, bijvoorbeeld in het onderwijs. Om aan de slag te kunnen in de geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, in ziekenhuizen of in residentiële instellingen dien je meestal te voldoen aan de eisen voor een Logoverklaring.
Wil je je kennis verdiepen of verbreden? Dan kun je verder denken aan:
Career services BSS
Waar
wil je na je studie aan het werk? Je kunt tijdens je studie al
terecht bij
Career Services
van de faculteit. Zij
helpen je bij het oriënteren op je loopbaan, het ontwikkelen
van vaardigheden, solliciteren en een stage vinden.
Studenten die onze mastertrack hebben afgerond kunnen onder meer gaan werken als:
Schoolpsycholoog/ontwikkelingspsycholoog in het
onderwijs
• Leerlingen met gedrags- en leerproblemen begeleiden;
• Leerkrachten coachen en ondersteunen in het omgaan met
kinderen met problemen;
• Scholen begeleiden, bijv. bij de opvang van hoogbegaafde of
gehandicapte kinderen;
• Studiekeuzecoaching, begeleiden van studenten met bijv.
faalangst en aanpassingsproblemen;
• Adviseren/ontwikkelen van onderwijsmethodes,
onderwijsbeleid bij (semi)overheidsinstellingen.
Ontwikkelingspsycholoog in de
jeugdhulpverlening
• Onderzoeken en begeleiden/behandelen van kinderen met
psychologische problemen en hun ouders;
• Faalangst en sociale vaardigheidstrainingen geven aan
kinderen en jongeren;
• Begeleiden en behandelen van kinderen en jongeren in bijv.
een kliniek voor eetproblemen, voor kinderen met mentale problemen
of ernstige gedragsstoornissen;
• Begeleiden en behandelen van kinderen en jongeren die om
wat voor reden ook niet meer thuis kunnen wonen;
• Adviseren bij uithuisplaatsingstrajecten;
• Behandelen van gezinnen met trauma’s.
Ziekenhuispsycholoog
• Behandelen van kinderen met psychosomatische problemen,
trauma’s, verwerking bij ernstige ziektes;
• Therapie geven aan jongeren met problemen.
in het basis- voortgezet en speciaal onderwijs, en bij onderwijsbegeleidingsinstellingen.
verbonden aan een GGZ of andere instelling voor geestelijke gezondheidszorg, in (ambulante of residentiële) centra voor kinderen met specifieke problemen en handicaps, of in individuele psychologenpraktijken.
bij (semi)overheden.
Kijk voor een overzicht van onderzoek door de afdeling Psychologie ook eens op Mindwise . Dit is een blog platform van de afdeling Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Medewerkers en studenten schrijven op persoonlijke titel over psychologisch onderzoek en onderwijs in Groningen, en geven hun mening over actuele zaken die te maken hebben met hun onderzoeksgebied.
Lees verderIk ben hier nu een maand, en heb al bij verschillende interessante casussen mogen zitten.
Sanne Koerhuis is 23 jaar en woont voor haar master Ontwikkelingspsychologie op kamers in Groningen. Als ze op zoek gaat naar een stageplek, zoekt ze in de omgeving van Zwolle. Daar wonen haar ouders en haar vrienden. Daar wil ze uiteindelijk ook gaan werken. Ze hoopt dat ze in die regio gemakkelijker een stageplek kan vinden. Haar medestudenten lijken vooral in het hoge Noorden te zoeken.
'En,' ze glimlacht en houdt haar hoofd een beetje scheef, 'de gedachte was ook: wie weet hoe het loopt met een stage… Dat hoor je toch ook? Dat je via stage in een baan rolt.'
Het leek Sanne altijd al leuk om bij een school stage te lopen, omdat die leeftijdsgroep haar aanspreekt. Aan GGZ-instellingen denkt ze pas als een vriendin, werkzaam als jeugdwerker bij een gemeente, haar tipt en haar een lijst met voor haar interessante instellingen stuurt. Ze gaat open de zoektocht in. Ze heeft geen specifiek idee van wat voor stage ze zou willen. Ze verstuurt heel veel mails. Het duurt bijna 4 maanden voordat ze ‘beet’ heeft.
In november mailt ze over een stageplek naar Ex Aequo in Zwolle. Zij antwoorden dat er geen plek voor haar is. Maar als ze een paar maanden later nog eens mailt, is er wél plek. Half maart begint Sanne aan haar stage. Een maand later dan de bedoeling is, maar ze is blij dat ze toch nog mag beginnen. Anders zou ze vertraging oplopen.
'Ik ben hier nu een maand, en heb al bij verschillende interessante casussen mogen zitten. Het is interessant dat er van alles voorbijkomt. We zien kinderen met autisme of adhd, en ook bijvoorbeeld oudere pubers die worstelen met somberheid, of iemand die last heeft van een tic. Ik denk dat dat op een school in het speciaal onderwijs minder divers is. Daar gaat het toch vooral over leerproblemen.'
MoleMann Ex Aequo is een GGZ-instelling die zich richt op alle leeftijden. Sanne loopt haar stage bij het team voor Kinderen en Jeugdigen. De leeftijd van de cliënten loopt uiteen van 6 tot 17 jaar. Het team bestaat uit orthopedagogen, psychologen, psychiaters en systeemtherapeuten. Het is een klein team, iedereen kent elkaar. Je krijgt dan heel veel mee van de verschillende expertises, merkt Sanne.
'Er wordt heel gezamenlijk gewerkt. Diagnostiek en behandelingen
vinden vaak plaats in tweetallen. Er zijn veel verschillende
overleggen. Soms wordt iemand die niet op een bepaalde casus zit
gevraagd om mee te denken over een aanpak. Ik werk vooral samen met
een orthopedagoog-generalist die als regie-behandelaar bij
verschillende behandelingen optreedt. Maar ik mag bij iedereen
aanhaken en de teamleden schieten mij aan wanneer zij denken dat ze
iets hebben wat interessant voor mij is. Ze vragen of ik wil
aanschuiven, meedenken en helpen. Ze zien me niet echt als een
stagiair, maar als een collega. Dat vind ik ontzettend leuk. Ik
mocht ook meteen mee op teamuitje.'
Met haar vaste begeleidster heeft ze elke week een half uur tot een
uur overleg. Dat contact gaat heel erg vanzelf. Ze bespreken wat ze
de volgende week gaan doen, hoe Sanne erin staat, of er dingen zijn
waar ze tegenaan loopt.
'Er wordt echt tijd voor begeleiding vrijgemaakt, dat is heel
fijn.'
Na drie jaar in de boeken is Sanne erg benieuwd hoe de praktijk
is. Er had van haar best een praktisch deel in de bachelor gemogen,
om alvast te kunnen ervaren hoe je de theorie in de praktijk
terugziet.
'Bij Ex Aequo werken ze heel systemisch. School, ouders en familie
worden bij de behandeling betrokken, omdat zij invloed hebben op
het gedrag van de hulpvrager. Er wordt niets uitgelegd aan de hand
van theorie, maar ik zie de theorie erachter wel en ik kan de
verbanden wel leggen. Wat ik heel leuk vind is het contact met
kinderen en ouders. Dat je ziet hoe verschillend ouders met hun
kinderen omgaan en wat voor invloed dat heeft op het gedrag. Dat
vind ik heel interessant. En ook dat behandelingen niet
rechtstreeks uit het boekje komen. De ene behandelaar vindt het
prettig om veel met voorwerpen te doen, of te tekenen. De ander
heeft een voorkeur voor vragen stellen. Ieder zet zijn sterke kant
in. Ik denk dat ik zelf een voorkeur heb voor tekenen of werken met
voorwerpen. De eerste week heb ik vooral meegekeken. Nu doe ik wat
verslaglegging en rapportage. Binnenkort ga ik testen afnemen en
ook een schoolobservatie doen om te kijken hoe het kind in die
omgeving is. Dat mag ik alleen gaan doen. Steeds een stapje meer.
Tijdens een behandeling zit er altijd iemand bij, dat gaat altijd
onder supervisie.'
De opdracht voor de stage is een klinisch stageverslag schrijven. Daarin staan persoonsgegevens, waar iemand mee zit, wat de klachten zijn en hoe je gaat behandelen. Ook reflecteren op de stage maakt deel uit van de beoordeling. Sanne is tegen begin augustus klaar met haar stage bij Ex Aequo. Ze vertelt dat ze dan bij eenzelfde soort instelling wil gaan werken, maar voegt daaraan toe dat werken op speciaal basisonderwijs of speciaal voortgezet onderwijs haar ook blijft trekken.
'Als tip zou ik meegeven: begin op tijd met zoeken. Zelf ben ik wel op tijd begonnen met zoeken, maar omdat het een hele grote groep is die een stageplaats zoekt, is het toch lastig een plek te vinden. Dat de wachtlijsten lang zijn en de werkdruk hoog is, speelt denk ik ook mee. Er is dan minder ruimte voor stagebegeleiding. Misschien ook advies is dat je je niet blind staart op een bepaalde stage. Kijk breed met de gedachte: daar zou ik ook veel van kunnen leren.'
Lees verderMisschien wil ik toch eerst meer ervaring in een begeleidersfunctie opdoen, en pas daarna als gedragswetenschapper aan de slag gaan.
Als Fleur Meins aan haar stage bij Het Bureau begint, is dat maanden eerder dan stage op het rooster van de master Ontwikkelingspsychologie staat. Nu, anderhalf jaar later, is ze bijna klaar met een heel andere stage. Het loopt soms anders dan je plant, weet Fleur.
Als Fleur terugdenkt, fronst ze haar wenkbrauwen: ‘Ik had het heel erg naar mijn zin bij Het Bureau. Zij doen veel jeugdwerk, met name leerlingbegeleiding. Ik begon toen het schooljaar startte, ook al was dat veel eerder dan mijn master begon. Dat had de organisatie gevraagd, en ik vond dat prima. Maar na twee maanden stopte mijn OV en toen bleken de reiskosten zo hoog dat ik ze niet kon dragen. Ik moest wel stoppen en daar baalde ik enorm van. Ik was behoorlijk teleurgesteld en moest dat echt even verwerken. Daar kwam nog bij dat ik geen tweede stage-vacature uit de database mocht zoeken om op te solliciteren. Dat snap ik wel, het aanbod is beperkt. Maar toen ook nog het hele coronaverhaal erbij kwam, was ik er even helemaal klaar mee. Ik dacht: ik ga me nu richten op mijn scriptie en op de vakken. Dat heb ik eerst helemaal afgerond en daarna ben ik aan mijn huidige stage begonnen. Ik doe op deze manier wel iets langer over de hele opleiding.’
Verloren tijd? Nee, vindt Fleur. Ze leert van die twee maanden dat die onderwijssetting - waar huiswerkbegeleiding een groot deel van de taak was - toch niet zo bij haar past. Diepgaand met de problematiek bezig zijn, dát vindt ze leuk. Dat heeft ze ervaren toen ze eerder logeerwerkzaamheden met jongeren met gedragsproblemen deed en dat merkt ze in haar huidige stage weer. Bij Factor 5 is ze stagiair-gedragswetenschapper op een woongroep voor jongeren en jongvolwassen. De leeftijd loopt van 15 tot einde Jeugdwet. Bij alle cliënten speelt wel iets van hechtingsproblematiek. Ze zijn hier voor minstens een jaar. Er zijn veel jongeren die uit detentie komen. Reclassering komt dus ook om de hoek kijken. Factor 5 heeft ook enkele studio’s, zodat voor sommige jongeren een volgende stap naar meer zelfstandigheid onder begeleiding gemaakt kan worden.
‘Ik heb wel geluk gehad. Een vriendin van mij werkt als begeleidster bij Factor 5 en zij heeft voor mij rondgevraagd[1 ] . Ik mocht op gesprek komen voor een stageplek, ook al bieden ze niet standaard plekken aan wo-opleidingen. Wel is er eerder iemand van klinische psychologie geweest. Daarom wilden ze het ook wel weer proberen. Of Factor 5, als ik klaar ben, doorgaat met het nemen van stagiaires weet ik niet.’
Dat betekent ook dat er geen vast stageplan is. Nico Snijder, GGZ-psycholoog en Fleurs stagebegeleider, wijst haar daarop voordat ze begint: stagelopen bij Factor 5 kan, maar het is aan Fleur zelf om er invulling aan te geven.
‘Dat was wel een beetje zoeken, wat de gedragswetenschappers nou precies doen. Gaandeweg vond ik daar mijn weg in. Eerst was het heel veel observeren en meelopen. Nu pak ik zelf veel meer op. Ik merk dat ik nu sneller zie wat ik op kan pakken. Het gaat nu heel goed.’
De weekdagen en het aantal uren dat Fleur stageloopt verschillen
per week. Omdat ze met de rest van de studie klaar is, is dat geen
probleem. Ze loopt minstens twee dagen per week met
gedragswetenschappers. Daarnaast zijn er verschillende
multidisciplinaire overleggen. Dat zijn losse uren op verschillende
dagen, en daar is Fleur dan ook bij. Die overleggen zijn gelukkig
op het hoofdkantoor in Groningen waar Fleur woont. Die wisselende
werkdagen en uren tijdens de stage deren haar niet. Als ze op vaste
dagen zou stagelopen, mist ze heel veel informatie. Maar in een
baan wil ze wel meer structuur.
De functie gedragswetenschapper bij Factor 5 is een overkoepelende
beslisfunctie. Ze lezen veel verslagen, houden dossiers bij en
spreken met de andere gedragswetenschappers en begeleiders, en ze
maken beslissingen. In principe spreken ze cliënten alleen als
er een aanleiding is, bijvoorbeeld na een incident. Het is aan de
gedragswetenschapper zelf hoeveel zij op de groep willen meekijken.
In principe valt dat buiten de functieomschrijving.
Fleur voert graag gesprekken met de cliënten en ze is daar
ook goed in. Dat komt, denkt ze, door haar interesse in de
problematiek en haar enthousiasme over dit werk. Als iemand boos
is, lukt het haar goed om zo’n gesprek om te draaien. Fleur
ziet veel kennis uit de opleiding terug in deze praktijk.
Gespreksvoering is daar één van. Het terugkoppelen van de
gesprekken aan een diagnose vindt ze een van de leukste
dingen.
‘Dat kan natuurlijk niet altijd. Niet iedereen hier heeft een
diagnose, en je kunt ook niet alles op een diagnose terugvoeren als
die wel gesteld is.’
Diagnostiek afnemen vindt ze ook leuk. Slecht nieuws gesprekken
vindt ze lastiger, daar kan ze nog wel veel in leren, vindt ze. Ze
vertelt over een gesprek met de ouders van een cliënt. Dat
ging over hun rol in de opvoeding.
‘Ze waren het totaal oneens met mijn visie en dat werd best
een situatie. Om dan voet bij stuk te houden, dat vind ik heel
lastig. Daar kan ik echt nog heel erg in groeien. Wat ik ook
geleerd heb over mezelf is dat ik best geneigd was snel te oordelen
over bepaald gedrag van cliënten. Sommige dingen begreep ik
niet, en dan vond ik bepaald gedrag soms gewoon ‘stom’.
Maar er zijn hier veel probleemjongeren, en er is voor heel veel
gedrag een achterliggende reden. Bijvoorbeeld angst vanwege
bedreiging op de groep. Als je meteen oordeelt, kom je met reacties
waar die cliënt niets aan heeft. Ook kan er iets spelen wat
nog niet bekend is. Zo heb ik een IQ test afgenomen bij een
cliënt. Die blijkt een heel laag IQ te hebben. Dat verklaart
veel. Hij heeft namelijk wel een hoog verbaal IQ, en daardoor viel
het niet op dat hij dingen gewoon niet snapt.’
Elke vrijdag heeft Fleur intervisie met Nico. Tussendoor spreekt ze hem veel over wat er speelt op de groep. Ze benadert hem vaak iets te vragen of om te sparren. Hij heeft een enorme schat aan ervaringen en inzichten waar ze veel van leert. Fleur heeft zelf nu niet heel veel verantwoordelijkheid, en in die zin neemt ze het niet mee naar huis. Maar wel gebeurt het, dat ze haar hart vasthoudt, dat ze iemand zoveel beter gunt.
“Het zijn zware onderwerpen waar ik soms thuis veel over
na blijf denken. Ik word daarin goed begeleid. Als ik bespreek wat
me bezighoudt, kan ik het daarna ook loslaten.’ vertelt ze.
Werken in deze sector bevalt haar zo goed dat ze er verder in
wil.
‘Ik ben 24, nog best wel jong. Misschien wil ik toch eerst
meer ervaring in een begeleidersfunctie opdoen, en pas daarna als
gedragswetenschapper aan de slag gaan. Ik vind het namelijk best
veel verantwoordelijkheid. Met name omdat je begeleiders adviseert.
Zij vragen feedback op hoe zij iets hebben gedaan, hoe jij het zou
doen. Ik vind dat je zelf echt op de groep moet hebben gestaan om
advies te kunnen geven. Maar ik vind het erg leuk. Ik zou wel naar
een functie als gedragswetenschapper toe willen werken.’
[1] Noot van de opleiding: Als studenten zelf een stageplek vinden, kijkt de stagecoördinator van de opleiding of die plek voldoet aan de stagecriteria. Voordat de stage begint, moet de plek moet goedgekeurd zijn.
Lees verderIn de praktijk hebben ontwikkelingspsychologen die kennis van individuele ontwikkeling nodig in hun werk om de ontwikkeling van hun cliënten of leerlingen optimaal te kunnen bijsturen en begeleiden.
Mijn naam is Saskia Kunnen, en ik ben mastercoördinator van de track ontwikkelingspsychologie. Ik doe al meer dan dertig jaar onderzoek naar de identiteitsontwikkeling bij jonge mensen en mede vanuit die achtergrond voel ik me nauw betrokken bij de manier waarop onze studenten een weg zoeken in de studie en zich ontwikkelen van student tot professional.
Het uitgangspunt van mijn eigen onderzoek en dat van veel collega's is de "complex dynamische systeem" benadering. Met complex systeem bedoelen we dat de unieke persoon in de eigen omgeving het uitgangspunt is van ons onderzoek. Met dynamisch bedoelen we dat we onderzoeken hoe de persoon en de omgeving elkaar continue wederzijds beïnvloeden over de loop van de tijd.
We hebben gekozen voor deze benadering, omdat kennis van hoe mensen zich ontwikkelen alleen mogelijk is door naar dat individuele proces te kijken, en te bestuderen hoe een persoon en de omgeving elkaar veranderen. In de praktijk hebben ontwikkelingspsychologen die kennis van individuele ontwikkeling nodig in hun werk (in bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg of het onderwijs) om de ontwikkeling van hun cliënten of leerlingen optimaal te kunnen bijsturen en begeleiden.
Jij wilt
Bij de opleiding Psychologie is veel aandacht voor studiebegeleiding. Er zijn binnen de opleiding Psychologie studieadviseurs voor zowel de Nederlandstalige als de Engelstalige opleiding.
Aarzel niet om contact op te nemen of een afspraak te maken met een van de studieadviseurs. Zie https://www.rug.nl/gmw/psychology/education/study-and-supervision of kijk onder de Contact knop.
The UG website uses functional and anonymous analytics cookies. Please answer the question of whether you want to accept or reject other cookies (such as tracking cookies). If no choice is made, only basic cookies will be stored. More information