Skip to ContentSkip to Navigation
Language Centre
Language Centre Develop yourself Academische taal Schrijven Academische conventies

Academische conventies

Academici bedienen zich van specifieke tekstsoorten, elk met specifieke vorm- en stijlkenmerken. De uitkomst van soms zeer complexe wetenschappelijke onderzoeken wordt verwoord in academische teksten. De conventies zijn ervoor om de zorgvuldigheid en nauwkeurigheid tijdens de onderzoeken te waarborgen in de tekst. 

Conventies voor jouw discipline

Elke wetenschappelijke discipline hanteert haar eigen, genrespecifieke, conventies. Maar welke talige en structurele conventies gelden voor jouw discipline? Hier kun je achter komen door teksten uit jouw discipline te analyseren. Lees bijvoorbeeld vier teksten en bepaal of de onderstaande conventies in die teksten voorkomen. Als een conventie in (bijna) elke tekst gehandhaafd wordt, is het een strikte conventie: je moet hem dan zelf ook gebruiken als jij een tekst schrijft. Als een conventie soms wel en soms niet voorkomt, kun je zelf bepalen of jij die in jouw tekst wilt gebruiken.

Algemene academische conventies

Zie ook Academische tekstgenres voor een overzicht van de conventies per genre.

Taalconventies

Formele en objectieve taal gebruiken

Een van de belangrijkste kenmerken van academische taal is het gebruik van formeel en objectief taalgebruik. Dit betekent dat er geen plaats is voor meningen (‘Ik vind dat …’), emoties (‘Helaas …’) of informele taaluitingen (spreektaal, algemene afkortingen). In plaats daarvan wordt er gebruikgemaakt van heldere, zakelijke en neutrale taal.

Onpersoonlijke taal gebruiken

Het is gebruikelijk om in Nederlandse academische teksten de eerste persoon (ik/wij) te vermijden en onpersoonlijke zinnen te gebruiken, omdat een persoonlijke tekst kan suggereren dat de auteur subjectief is. Een valkuil daarvan is wel dat niet meer duidelijk is wie een actie uitvoert, zoals uit onderstaande voorbeelden blijkt:

Eerste persoon (ik, wij) / actieve/bedrijvende vorm

Ik vroeg de respondenten hoe sociale media invloed hebben op hun koopgedrag.

Onpersoonlijke zin /
passieve/lijdende vorm zonder actor

De respondenten werd gevraagd hoe sociale media invloed hebben op hun koopgedrag.

Onpersoonlijke zin /
passieve/lijdende vorm met actor

De respondenten werd door de onderzoekers gevraagd hoe sociale media invloed hebben op hun koopgedrag.

Het is in de tweede zin niet duidelijk wie de actie uitvoert. Let er daarom altijd op dat uit de context blijkt wie de actor is (De respondenten werd gevraagd … → door wie?). Omdat passieve zinnen grammaticaal complexer zijn dan actieve zinnen, zijn ze lastiger te begrijpen. Veel passieve zinnen achter elkaar schaden dus de leesbaarheid van de tekst. Schrijf daarom bij voorkeur in de actieve vorm en in de derde persoon (hij/zij (ev)/ zij (mv)). Dat kan bijvoorbeeld leiden tot personificaties, zoals: ‘De vragenlijst voldoet aan …’ en ‘De uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat …’.

Derde persoon /
actieve vorm

Zij / De respondenten preciseerden hoe sociale media invloed hebben op hun koopgedrag.


Nauwkeurig formuleren

Zorgvuldigheid en nauwkeurigheid zijn essentieel voor wetenschappelijk onderzoek en dus ook voor academische taal. Academische teksten maken daarom gebruik van specifieke terminologie en jargon. Academische taal kan complex en abstract zijn, en is daardoor vooral goed te begrijpen door ingewijden in het onderwerp. Om de nauwkeurigheid te vergroten, is het van groot belang vage taal te vermijden. Vage of lege woorden zijn woorden met weinig inhoud, waardoor miscommunicatie kan ontstaan.

Voorbeelden van vage woorden:

gebeuren

factoren

ingaan op

elementen

behandelen

zaken

veranderen

dingen

doen

binnenkort, zo snel mogelijk

zich bezighouden met

men

betrokken zijn bij

diverse, enige, enkele, meerdere

Vage woorden kun je niet vervangen door synoniemen. Die betekenen immers hetzelfde en zijn dus ook vaag. Vervang vage woorden daarom door concrete alternatieven. 

Dit essay behandelt de effectiviteit van bijscholing. →  Dit essay stelt de effectiviteit van bijscholing ter discussie.

De controlegroep kreeg een placebo. → Bij de controlegroep werd een placebo geïnjecteerd.

Herhalingen voorkomen

Het is uit stilistische overwegingen niet aan te bevelen in een alinea woord(groep)en te herhalen. Als je merkt dat je dezelfde woordgroep te vaak gebruikt, kun je synoniemen, vervangende termen of andere formuleringen gebruiken om de variatie te vergroten en de leesbaarheid te verbeteren.

Kijk bijvoorbeeld op synoniemen.net.

Genuanceerd formuleren

Het is niet gebruikelijk onderzoeksresultaten als absolute feiten te poneren, zeker niet wanneer er onderzoek of voorvallen bestaan of kunnen bestaan die het beweerde kunnen tegenspreken. Daarom moet altijd duidelijk zijn waar ideeën, argumenten, bevinding of conclusies op gebaseerd zijn (literatuur, eigen onderzoek) en hoe de lezer ze moet interpreteren. Let op de nuanceverschillen in de volgende formuleringen:

Onderzoek van Jennings (2021) toont aan/suggereert/bewijst/ondersteunt de hypothese dat een telefoonverbod depressie kan veroorzaken. 

Een plausibele/aannemelijke/mogelijke verklaring is dat deze stormen aan kracht winnen door klimaatopwarming.

Zie ook

Naamwoordstijl voorkomen

In Nederlandstalige academische teksten wordt vaak de naamwoordstijl gebruikt. Dat betekent dat werkwoorden worden omgevormd tot zelfstandig naamwoord. De kans op vage werkwoorden is dan groot, zoals te zien is in de onderstaande zinnen:

Hoewel een afname optrad van het aantal respondenten naarmate het onderzoek vorderde, vond er geen zichtbare daling plaats in het aantal uitgevoerde opdrachten. Omdat een vermindering van de motivatie echter onzorgvuldigheid tot gevolg heeft, werd de afronding van het onderzoek eerder gerealiseerd dan vooraf aangekondigd.

Veelvuldig gebruik van de naamwoordstijl komt echter de leesbaarheid niet ten goede. Dat is onder meer het gevolg van de lege werkwoorden die dan in de tekst sluipen. En lege werkwoorden zijn voorbeelden van vage woorden: woorden die op meerder manieren te interpreteren zijn. 


Afkortingen

Het is in academische teksten niet gangbaar algemene afkortingen te gebruiken, zoals bijv. (bijvoorbeeld), m.a.w. (met andere woorden), of i.t.t. (in tegenstelling tot). De woorden worden voluit geschreven. Wel kun je technische of inhoudelijke afkortingen aanwenden, mits deze geïntroduceerd worden, zoals ‘CEFR (het Common European Framework of Reference, een referentiekader waarmee taalniveau gemeten kan worden)’. Na de introductie kan de afkorting zonder herhaling van de uitgeschreven woordgroep gebruikt worden in de tekst.

Spelling en grammatica

Spelfouten en grammaticale fouten mogen vanzelfsprekend niet voorkomen in academische teksten: ze kunnen de indruk wekken dat de auteur slordig of onzorgvuldig is, wat de geloofwaardigheid van de inhoud aantast.

Handige websites om spelling en grammatica te controleren of de regels hierover te achterhalen:

  • www.onzetaal.nl  (spelling-, grammatica- en interpunctieregels achterhalen)

Werkwoordstijden

De onderdelen Inleiding en Discussie zijn gewoonlijk geschreven in de tegenwoordige tijd. Ze bepalen namelijk het kader, ofwel: ze geven de huidige stand van het onderzoek . De ‘beschrijvende’ onderdelen Methoden, Materialen en Resultaten zijn gewoonlijk in de verleden tijd geschreven. Op die manier geeft de onderzoeker aan dat het onderzoek tijd- en contextgebonden is.  

Kijk voor meer informatie voor de opbouw van een tekst bij onderzoeksartikel, of lees voor meer informatie academische tekstgenres.

Overige conventies

Bronnen gebruiken

In academische teksten volgt op elke bewering een bron. Dit geeft de lezer de mogelijkheid om de informatie in de tekst te controleren. Door de bronnen waaruit informatie is gehaald te vermelden, geeft de auteur aan welke delen van de tekst van andere auteurs afkomstig zijn. Tevens toont de auteur door meerdere en betrouwbare bronnen te gebruiken aan dat hij zorgvuldig literatuuronderzoek heeft gedaan. Vooral wanneer conflicterende  bronnen met elkaar vergeleken worden (en eventueel hieruit een conclusie getrokken wordt), laat de auteur zien dat hij zich heeft verdiept in de verschillende perspectieven, wat wederom de geloofwaardigheid vergroot. Het is overigens niet nodig een bron te geven voor algemeen bekende feiten, zoals ‘In 1953 vond in Nederland een watersnoodramp plaats’ of ‘De aarde is rond’. Maar wanneer een bron mist bij beweringen of informatie die niet algemeen aanvaard zijn, dan is er sprake van plagiaat.

Typisch voor academische teksten is de nauwkeurige manier waarop  de auteur de  bron annoteert. De regels hiervoor zijn strikt en verschillen per annotatiesysteem. Een handige manier om bronnen te annoteren is middels de bronnengenerator van Scribbr (controleer wel zelf altijd of de annotatie klopt!). Voorbeelden van annotatiesystemen zijn APA, Harvard en Chicago. Per discipline en soms zelfs per tijdschrift verschilt welk annotatiesysteem gebruikelijk is. Om na te gaan waar de voorkeur naar uitgaat kun je de literatuurlijsten raadplegen van wetenschappelijke tijdschriften en dissertaties.

Lees ook Citeren en parafraseren en Bron- en literatuurgebruik.

Tekst structureren

Wetenschappelijke teksten kennen een tamelijk vaste structuur. Het voordeel daarvan is dat wetenschappers in elkaars teksten gemakkelijk informatie kunnen vinden. De structuur kent namelijk een duidelijke logica waarin de verschillende stadia van het onderzoek stap voor stap worden verwoord.

Kijk op academische genres voor tekststructuren per type academische tekst.
Lees ook alinea’s voor informatie over heldere tekststructuren in het algemeen.

Typisch Nederlandse academische conventies

Nederlandse conventies

Heldere taal gebruiken 

Nederlandstalige academische teksten zijn, in vergelijking tot anderstalige academische teksten, relatief toegankelijk geschreven. Dit kan inhouden dat specifieke terminologie uitgelegd wordt, dat relatief eenvoudige grammaticale constructies gebruikt worden. Ook worden omslachtig taalgebruik of archaïsche woorden als ‘doch’ of ‘alsmede’ vermeden, ze maken de tekst minder goed leesbaar en zijn dus niet gebruikelijk in Nederlandstalige wetenschappelijke teksten. Hierdoor blijven de teksten, hoewel zeer nauwkeurig geformuleerd, doorgaans goed leesbaar voor publiek dat minder goed in het onderwerp thuis is. 

Onderzoeksvraag formuleren volgens Nederlandse conventies

In de inleiding van wetenschappelijke onderzoeksverslagen staat vermeld wat de vraag is waar de onderzoekers zich over gebogen hebben. Deze wordt echter zowel in Nederlandstalige als in Engelstalige academische teksten niet geformuleerd als vraagzin, maar als declaratieve zin. Zie hiervoor ook Onderzoeksvraag formuleren.

  • Ongebruikelijk is dus: Dit onderzoek had als hoofdvraag: ‘Wat zijn de belangrijkste effecten van het verbieden van mobiele telefoons in het klaslokaal?’

Onderzoeksvragen worden in Nederlandse academische teksten juist geformuleerd als declaratieve zin, zoals in de twee voorbeelden hieronder. 

  • Onderzoeksvraag in declaratieve zin met antwoord: Uit deze analyse blijkt dat het verbieden van mobiele telefoons in het klaslokaal een positief effect heeft op leerplezier en leerresultaten.
  • Onderzoeksvraag in declaratieve zin zonder antwoord: De onderzoekers hebben de effecten van het afschaffen van mobiele telefoons in het klaslokaal geanalyseerd. 

In het bovenste voorbeeld wordt het antwoord gegeven op de onderzoeksvraag in dezelfde zin en in de onderste niet. Let erop dat in de introductie van een wetenschappelijke tekst dit antwoord altijd gegeven wordt. Na het tweede voorbeeld zou dus alsnog verteld moeten worden wat het antwoord op de onderzoeksvraag is. Wanneer je ruimtegebrek hebt in je tekst, heeft het bovenste voorbeeld dus de voorkeur, omdat uit één zin zowel de vraag als het antwoord blijkt.

Let op: de academische conventies die op deze pagina beschreven staan, betreffen Nederlandstalige teksten. Zo is het in Engelstalige academische teksten niet toegestaan te verwijzen naar de tekst zelf (zoals in de bovenste twee voorbeeldzinnen naar dit onderzoek en deze analyse wordt verwezen). Controleer dus altijd de conventies voor de taal waarin je schrijft.

Laatst gewijzigd:08 juli 2024 16:27