Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Organisatie Actueel Promoties & Oraties GMW

Intrinsically motivating social influence

When social influence strengthens intrinsic motivation and sustainable energy behaviour
Promotie:Dhr. M. (Marko) Milovanovic
Wanneer:21 september 2020
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. E.M. (Linda) Steg, R. (Russell) Spears, Prof
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Intrinsically motivating social influence

Intrinsieke motivatie en energietransitie

De transitie van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen is een uitdagend probleem, aangezien het zowel om technische innovatie als sociale gedragsverandering vraagt. Het onderzoek richt zich op het laatste. Een nieuwe benadering om duurzaam energiegedrag te bevorderen zijn lokale energie-initiatieven, waarbij mensen zoveel mogelijk lokaal geproduceerde zonne-energie proberen te gebruiken. Zulke initiatieven inspireren gedragsverandering door sociale beïnvloeding, wanneer mensen elkaar stimuleren om nieuwe gedragingen en normen aan te nemen.

Sociale beïnvloeding wordt doorgaans gezien als extrinsiek motiverend: gedrag dat wordt vertoond omwille van goedkeuring van anderen. Bij intrinsiek gemotiveerd gedrag daarentegen gaat het juist omwille van zichzelf. Een gedragsverandering die op extrinsieke motivatie berust zal tijdelijk zijn, omdat het voortdurende bekrachtiging vanuit de sociale omgeving nodig heeft. Milovanovic concentreerde zich op de vraag of sociale beïnvloeding een langdurige gedragsverandering teweeg kan brengen op basis van intrinsieke motivatie.

Het onderzoek toont aan dat de energietransitie mogelijk sneller gerealiseerd wordt wanneer het in groepsverband wordt georganiseerd. Tot nu toe worden alle mensen individueel benaderd om al of niet een overstap te maken naar een energietransitie (met de bijbehorende investeringskosten van dien). Als een oproep wordt gedaan aan alle Nederlanders om individuele gedragsaanpassingen te maken, wordt de groep daar wellicht te groot en te abstract voor is om tot intrinsiek gemotiveerd gedrag te leiden.

Op het moment dat energietransitiedoelen voldoende lokaal kunnen worden gemaakt—op straat- of wijkniveau —willen mensen die zich verbonden voelen met de buurt het wél opbrengen om persoonlijk tijd en moeite te investeren om op buurtniveau een energietransitie te realiseren. Kleine groepen waarmee mensen zich identificeren kunnen dus een sleutelrol spelen in het bewerkstelligen van een energietransitie die op intrinsieke motivatie is gebaseerd.