Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Organisatie Actueel Promoties & Oraties GMW

Through the eyes of the beholder

Unfolding social participation "from within" the classroom
Promotie:Mw. R.R. (Renske) de Leeuw
Wanneer:27 februari 2020
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. A.E.M.G. (Alexander) Minnaert
Copromotor:dr. A.A. (Anke) de Boer
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Through the eyes of the beholder

Perspectief van leerling onderbelicht bij bevordering sociale participatie

Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs streven scholen na dat elke leerling optimale leeruitkomsten behaalt en zich sociaal goed voelt in de reguliere klas. Het blijkt echter dat leerlingen met gedragsproblemen moeilijkheden ervaren met de sociale participatie in de klas, zoals acceptatie door klasgenoten.

Renske de Leeuw onderzocht vanuit het perspectief van leerkracht, leerlingen met gedragsproblemen en wetenschappelijke literatuur hoe sociale participatie gestimuleerd wordt en wat de behoeften zijn om de sociale participatie te verbeteren.

Het perspectief van de leerling is onderbelicht wat de bevordering van de sociale participatie in de klas betreft. Het is belangrijk ook voor dit perspectief aandacht te hebben, omdat leerlingen verschillen in hun ondersteuningsbehoeften en voorkeuren over hoe én wie de sociale participatie kan verbeteren.

Verder blijkt dat er meer aandacht moet komen voor de uitbreiding van het handelingsrepertoire van de leerkracht om de sociale participatie van leerlingen te verbeteren. Leerkrachten gebruiken te weinig verschillende strategieën, wat mogelijk kan leiden tot een ‘one-size-fits-all approach’. Mogelijk is dit te verklaren doordat interventieprogramma’s te weinig op zichzelf staande elementen bevatten. Hierdoor kunnen programma’s moeilijk aansluiten bij de specifieke (ondersteunings)behoeften van een leerling.

In het onderzoek zijn verschillende leerkrachtstrategieën verzameld en interviewmaterialen ontwikkeld. Deze kunnen gebruikt worden in de praktijk, om beter aan te sluiten bij de behoeften van leerlingen met én zonder gedragsproblemen. Dit is van belang om ervoor te zorgen dat ‘Passend Onderwijs’ ook werkelijk passend is voor elke leerling.