Skip to ContentSkip to Navigation

Me myself and I

Explaining the self-concept of students in mainstream and special education through the eyes of their peers
Promotie:Mw. F.M. (Ivonne) Douma
Wanneer:05 februari 2024
Aanvang:12:45
Promotors:dr. A.A. (Anke) de Boer, prof. dr. A.E.M.G. (Alexander) Minnaert
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Me myself and I

Acceptatie van leerlingen voornamelijk bepaald door waarneming van peers

Acceptatie, meer nog dan vriendschap, is de belangrijkste voorspeller van een positief zelfconcept bij leerlingen, zoals blijkt uit het onderzoek van Ivonne Douma. Individuele kenmerken, zoals probleemgedrag of verminderde sociale vaardigheden, blijken minder belangrijk voor de acceptatie door leeftijdgenoten.

De wereldwijde overgang naar inclusief onderwijs heeft geresulteerd in een nieuwe kijk op het doel van onderwijs, waarbij de sociale aspecten van onderwijs steeds belangrijker worden. Het doel van het onderzoek van Douma was het zelfconcept van leerlingen met een verstandelijke beperking, sociaal-emotionele gedragsproblemen en reguliere leerlingen in een inclusieve onderwijssetting te ontrafelen. 

Tussen leerlingen zijn er meer overeenkomsten dan verschillen, los van de vraag ze extra ondersteuningsbehoeften hebben. Bij het bevorderen van acceptatie en een positief zelfconcept spelen leeftijdgenoten (peers) een essentiële rol. De school- en peer context is van essentieel belang voor de ontwikkeling van een positief zelfconcept van alle leerlingen.

Behalve vanuit het peer-perspectief werd het zelfconcept belicht vanuit het wetenschappelijke en het individuele perspectief. Het wetenschappelijke perspectief bracht aanhoudende methodologische en conceptuele uitdagingen in zelfconceptonderzoek aan het licht. Dit vormt een belemmering voor het vaststellen of inclusief onderwijs al dan niet gunstig is voor leerlingen. De literatuurstudie bevestigde de cruciale rol van peers in de ontwikkeling van een positief zelfconcept.

Het individuele perspectief op het zelfconcept toonde aan dat leerlingen met en zonder extra ondersteuningsbehoeften hun sociale zelfconcept benedengemiddeld beoordelen vergeleken met normgroepen. Hoewel leerlingen met verschillende extra ondersteuningsbehoeften hun zelfconcept voornamelijk vergelijkbaar beoordelen, beoordelen ze hun zelfconcept niet altijd even positief als reguliere leerlingen.