Van oesterzwam tot overall

Een shirt van schimmels - of preciezer gezegd van mycelium textiel. Het zou een goede stap kunnen zijn richting een duurzamere mode-industrie. Tenminste: als het materiaal zó ontwikkeld kan worden dat het goed bruikbaar is voor kleding én consumenten het ook accepteren en willen dragen. Marleen Kamperman, hoogleraar polymeerchemie, en Marijke Leliveld, universitair hoofddocent consumentenethiek, bundelen hun expertise en gaan met beide vragen tegelijk aan de slag.
Tekst: Marrit Wouda, Corporate Communicatie RUG / Foto’s: Henk Veenstra
Oesterzwammen
Mycelium textiel is een vrij nieuw, maar veelbelovend materiaal: het wordt gemaakt van de wortels van paddenstoelen (in dit geval oesterzwammen). Het is snel en makkelijk te kweken én biologisch afbreekbaar. ‘Op dit moment is het nog een beetje een papierachtig materiaal, maar het is waarschijnlijk ook mogelijk om er een soort leer van te maken,’ vertelt Kamperman. Ze is gespecialiseerd in het ontwikkelen van nieuwe materialen, voornamelijk polymeren. Marijke Leliveld is gespecialiseerd in consumentengedrag. ‘Ik ben vooral bezig met de vraag: wat maakt dat mensen het materiaal interessant vinden? Wat hebben ze nodig om een materiaal dat van schimmels gemaakt is te accepteren?’ legt ze uit.

Een bak champignons
De bijzondere samenwerking is te danken aan een heidag van de Young Academy Groningen (YAG). ‘Ik dacht gelijk: háár moet ik hebben!’ lacht Kamperman. Kamperman was al zijdelings betrokken bij verschillende projecten rondom duurzamer(re) materialen, ‘Toen Marijke vertelde dat ze zich richtte op duurzame consumptie, wist ik gelijk dat ik met haar verder moest praten.’ Leliveld was ook direct enthousiast. ‘Op papier lijkt het heel raar, hoe zou ik nou moeten samenwerken met een hoogleraar polymer science?’ zegt Leliveld. ‘Maar je kwam nu wel naar mijn oratie met een bak champignons!’ grinnikt Kamperman. ‘Dat is ook echt een van de leuke dingen van de YAG, dat er zulke bijzondere samenwerkingen kunnen ontstaan.’
2-in-1
Een nieuw materiaal ontwikkelen en ondertussen ook marktonderzoek doen. Het klinkt alsof dat twee totaal verschillende onderzoeksvragen zijn, waarom zou dat in één project moeten? Kamperman denkt dat die aanname ervoor zorgt dat het juist vaak fout gaat. ‘Als je iets maakt zonder te weten of mensen erop zitten te wachten, kun je een prachtig materiaal ontwikkelen, wat je vervolgens op de plank legt.’ Het product moet dus aansluiten bij de wens van de consument. ‘Willen mensen iets wat heel lang meegaat zoals echt leer, of is daar geen behoefte en kunnen we beter richten op iets wat één keer gebruikt kan worden en wat je daarna kunt begraven in de tuin?’ vervolgt ze. ‘Ik denk dat het heel goed is om heen en weer te gaan tussen materiaalontwikkeling en consumentinzichten, en dingen te testen,’ vult Leliveld aan. ‘Zodat we weten waar we in de ontwikkeling het meeste tijd aan moeten besteden. Door het consumentenaspect mee te nemen, kunnen we duidelijk krijgen wat het eindresultaat moet gaan zijn.
Bruikbaar & geliefd
Een materiaal maken dat duurzaam, afbreekbaar én bruikbaar is, is best lastig. Het is heel moeilijk om het wasbaar te maken, of zorgen dat het lang meegaat of lekker zit. ‘Je kunt eigenschappen van een materiaal makkelijk verbeteren door een synthetisch laagje toe te voegen. Denk bijvoorbeeld aan het toevoegen van elastaan aan katoenen stof. Dat draagt lekkerder, maar dat maakt het weer niet afbreekbaar,’ legt Kamperman uit. Het is een beetje utopisch om te zoeken naar een soort heilige graal waarmee alles opgelost wordt, menen ze. ‘Wij hebben soms het idee dat het helemaal perfect moet zijn, dat het helemaal klopt, maar misschien moeten we zoeken naar ‘goed genoeg,’ vertelt Kamperman. ‘Iets dat voor een aantal toepassingen werkt, maar niet voor alles.
Zouden mensen kleding van schimmel willen dragen? Dat is de vraag natuurlijk. ‘Laten we wel zijn: leer vinden we een heel normaal materiaal, maar dat is in feite een dood dier. Blijkbaar kunnen we dat normaal vinden, dus dat zou met mycelium textiel ook kunnen,’ meent Leliveld. Het ligt ook een beetje aan hoe je het materiaal in de markt zet. ‘Nieuwe, innovatieve dingen vinden we meestal een beetje spannend, dus daar blijven we van weg. Ze vervolgt: ‘Als je iets als duurzaam neerzet, haken mensen die daar minder mee hebben juist af. We moeten dus kijken waar consumenten op aanslaan om te bepalen wat de meeste kans heeft.

Verschillen
Hoewel ze elkaar direct inspireerden, had het opstarten van de samenwerking wat voeten in de aarde: hun manier van onderzoek doen is totaal verschillend. ‘Het enige wat we, methodologisch gezien, gemeen hebben is dat we beiden experimenten doen. Ik doe gedragsexperimenten, maar Marleen staat in het lab met Erlenmeyers!’ lacht Leliveld. De twee hoopten in eerste instantie een PhD aan te kunnen nemen, via een programma van de YAG. Ze schreven een voorstel dat werd goedgekeurd maar kwamen al snel tot de conclusie dat het niet zou werken. ‘Het was eigenlijk helemaal niet te doen om dat allemaal in één persoon te gieten. En zeker niet als we die persoon ook goed wilden kunnen begeleiden. We hebben het toen teruggegeven. Kamperman vult aan: ‘men heeft vaak de mond vol van interdisciplinair onderzoek, maar nu besef ik wel dat je écht heel goed na moet denken over hoe je dat doet.’
Toch van start
Dankzij een gift van 100.000 euro van de Gratama Stichting kan het project nu toch van start. Van het geld worden twee studentassistenten aangenomen (ieder één, zo hoeft het niet in één persoon gegoten te worden). Ook Kim Poldner, bijzonder hoogleraar Regional and Circular Economic Development bij FEB, en industrieel ontwerper Tjeerd Veenstra worden betrokken. ‘Zij brengen hun eigen expertise mee, en zo kunnen we, heel vrij, onze eigen kennis gebruiken, maar elkaar ook kruisbestuiven,’ legt Leliveld uit. De hoop is om de komende twee jaar een goede basis te leggen waarop verder geborduurd kan worden.
Laatst gewijzigd: | 20 mei 2025 10:10 |
Meer nieuws
-
06 juni 2025
India-Nederland Hydrogen Valley Fellowship-programma aangekondigd
Ter gelegenheid van Wereldmilieudag op 5 juni 2025 maakten het Indiase ministerie van Wetenschap en Technologie en de RUG gisteren de start bekend van een partnerschap voor het Hydrogen Valley Fellowship-programma. Dit programma biedt getalenteerde...
-
05 juni 2025
Planten die hun eigen hachje redden
Kira Tiedge onderzoekt de chemische stoffen waarmee planten met hun omgeving communiceren, om zo robuuste gewassen te selecteren die beter bestand zijn tegen bijvoorbeeld ziekte en droogte.
-
04 juni 2025
Dode Zeerollen ouder dan gedacht
Veel Dode Zeerollen zijn ouder dan eerder werd gedacht. En niet alleen dat: ook blijkt dat twee fragmenten van de bijbelse rollen uit de tijd stammen van hun vermoedelijke auteurs. Dit constateert een internationaal team van onderzoekers onder...