Imaging of the right ventricle in congenital heart disease
Promotie: | Dhr. H.G. Freling |
Wanneer: | 22 januari 2014 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotor: | prof. dr. D.J. (Dirk Jan ) van Veldhuisen |
Copromotors: | dr. P.G. Pieper, dr. T.P. Willems |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Nieuwe, semiautomatische software maakt het mogelijk om een
nauwkeuriger hartvolumemeting uit te voeren. Daardoor kunnen
afwijkingen beter worden opgespoord, en kan op termijn de zorg voor
hartpatiënten met een aangeboren hartafwijking verbeterd
worden. Tot die conclusie komt Hendrik Freling in zijn
promotieonderzoek.
Veel patiënten met een aangeboren hartafwijking krijgen op
volwassen leeftijd problemen met de rechterhartkamer. Daarom wordt
deze hartkamer regelmatig bekeken met behulp van MRI. Freling
onderzocht onder andere hoe verschillende meetmethodes de
uitkomsten beïnvloeden.
Zo worden spieren die verbonden zijn met de hartkleppen en kleine
spiertjes aan de binnenkant van het hart vaak gerekend tot het
bloedvolume, omdat ze bij het meten moeilijk te scheiden zijn van
het bloed. Het bloedvolume kan daardoor erg afwijken van het
daadwerkelijke volume. Met nieuwe software kan dat onderscheid wel
gemaakt worden. De grootte van de afwijking, zo concludeert
Freling, blijkt afhankelijk van de onderliggende hartafwijking. Dit
is vooral van belang omdat de gemeten volumes belangrijk zijn bij
het kiezen van een behandeling, bijvoorbeeld of iemand wel of niet
nu al een nieuwe hartklep moet krijgen.
Hendrik Freling (IJsselstein, 1985) studeerde Geneeskunde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek
bij de afdelingen Radiologie en Cardiologie van het Universitair
Medisch Centrum Groningen en participeerde in de Graduate School of
Medical Sciences van het UMCG. Het onderzoek werd gefinancierd door
de Nederlandse Hartstichting en de afdeling Radiologie van het
UMCG. Freling is in opleiding tot radioloog in het UMCG.