Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Comorbidities: contributors & confounding factors in heart failure

Promotie:E.M. Screever
Wanneer:15 september 2025
Aanvang:16:15
Promotors:R.A. (Rudolf) de Boer, prof. dr. D.J. (Dirk Jan ) van Veldhuisen
Waar:Academiegebouw RUG / Studenten Informatie & Administratie
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Comorbidities: contributors & confounding factors in heart
failure

Comorbiditeiten: bijdragende en verstorende factoren bij hartfalen

Hartfalen is een ernstige aandoening waarbij het hart niet meer in staat is voldoende bloed het lichaam rond te pompen. De ziekte gaat gepaard met een hoge ziektelast en sterfte. Hartfalen treft vooral oudere mensen, die vaak meerdere comorbiditeiten (meervoudige aandoeningen) hebben en veel medicijnen gebruiken (polyfarmacie). Deze comorbiditeiten dragen sterk bij aan de prognose van hartfalen en maken diagnose en behandeling complex, voornamelijk bij patiënten met een behouden ejectiefractie (HFpEF).

Dit proefschrift van Elles Screever laat zien dat patiënten met hartfalen veel comorbiditeiten hebben en dat deze een grote rol spelen in de prognose van hartfalen. Ten opzichte van 15 jaar eerder lijkt voornamelijk obesitas een steeds belangrijkere rol te spelen bij het beloop van hartfalen.

Een belangrijke uitdaging is de diagnose van HFpEF. Vaak wordt gebruikgemaakt van cardiale echografie parameters, waaronder LAVi en LVMi. In dit proefschrift laten wij zien dat deze parameters niet altijd voorspellend zijn voor HFpEF, en soms zelfs beter passen bij patiënten met hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF). Dit benadrukt dat de diagnose HFpEF lastig is.

Naast cardiale echografie wordt ook vaak gebruikgemaakt van biomarkers om de diagnose te stellen en het ziektebeeld op te volgen. We laten zien dat comorbiditeiten invloed kunnen hebben op de waardes van biomarkers. Zo blijkt kreatinine minder betrouwbaar te zijn om de nierfunctie te bepalen in patiënten met spierziektes en blijken mensen met bloedgroep O hogere waardes te hebben van galectine-3, terwijl de prognostische waarde hiervan minder is ten opzichte van mensen met andere bloedgroepen. 

Tot slot is er gekeken naar potentiële nieuwe biomarkers voor hartfalen, namelijk immune checkpoints. Er wordt aangetoond dat serumwaardes van immune checkpoints verhoogd zijn bij mensen met hartfalen. Deze waardes correleren sterk met reeds gebruikte cardiale biomarkers. Daarnaast zijn ze sterk geassocieerd met de prognose. Immune checkpoints zouden in de toekomst als biomarker of therapeutisch doelwit gebruikt kunnen worden.

Dit proefschrift geeft inzicht in de complexiteit van hartfalen.

View this page in: English