Potential applications of the cell-penetrating peptide crotamine
Promotie: | Mw. J.D. (Joana) Campeiro |
Wanneer: | 16 maart 2022 |
Aanvang: | 09:00 |
Promotors: | dr. J. van den Born, prof. dr. M. Hayashi |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Het gebruik van het van slangengif afgeleide celpenetrerende peptide (CPP), genaamd crotamine, werd onderzocht als een potentieel therapeutisch middel tegen kanker, in metabole omstandigheden en als niet-virale afgiftevector voor niertargeting.
Eerdere studies van de groep van Prof Hayashi hebben de selectieve specificiteit van crotamine aangetoond voor actief prolifererende cellen, waaronder tumorcellen. In dit proefschrift hebben we aangetoond dat dagelijkse orale toediening van crotamine gedurende 21 opeenvolgende dagen, in muisdiermodellen die subcutaan zijn geënt met melanoomcellen, een significante remming van tumorgroei lieten zien met verhoogde overleving van dieren in vergelijking met een controle groep.
Hetzelfde behandelingsregime, maar bij gezonde muizen (zonder geïmplanteerde tumoren), toonde een vermindering van de gewichtstoename van het dier, met verbeterde glucoseklaring en insulinegevoeligheid en veranderingen in vetweefsel, wat wijst op een belangrijke verandering in het metabolisme van deze dieren.
Omdat crotamine als een celpenetrerend peptide gebruikt kan worden als een niet-virale nanodrager die zich richt op specifieke cellen, wordt hier ook de conjugatie van crotamine met gouden nanodeeltjes en siRNA, beschreven.Bovendien, aangezien eerdere studies lieten zien dat crotamine zich voornamelijk ophoopt in de nier na ip-toediening, hebben we ook de nieraccumulatie, veiligheid en specifieke cellulaire lokalisatie van crotamine in proximale tubuluscellen onderzocht. En tot slot hebben we voor de eerste keer het potentiële gebruik van crotamine aangetoond als een niet-virale afgiftevector gecomplexeerd met siRNA, gericht op proximale tubuli-cellen, wat het mogelijke therapeutische gebruik van dit polypeptide bevestigt om tot overexpressie gebrachte eiwitten tijdens nieraandoeningen te downreguleren.