Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Een ondraaglijk juk

Nederlandse beeldvorming van Spanje en de Spanjaarden ten tijde van de Opstand (1566-1609)
Promotie:Dhr. F. Martinez Luna
Wanneer:05 december 2016
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. B.A.M. (Bart) Ramakers
Copromotor:dr. J.W. (Joop W.) Koopmans
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Een ondraaglijk juk

Nederlandse propagandisten tijdens Opstand bezorgden Spanje internationaal lange tijd een slechte naam

De Nederlandse beeldvorming van Spanje ten tijde van de Opstand heeft minstens zoveel invloed gehad op het (slechte) internationale imago van dat land in de vroegmoderne tijd als de Engelse en de Franse beeldvorming. Dat concludeert Fernando Martínez Luna. Hij onderzocht de perceptie van het land en zijn inwoners in voornamelijk pamfletten uit de periode van de Beeldenstorm (1566) tot aan het Twaalfjarig Bestand (1609). De Nederlandse pamflettisten gebruikten verschillende onderwerpen om de haat tegen de Spanjaarden aan te wakkeren. Het anti-Spaanse sentiment werd  mede aangewakkerd door gefingeerde documenten die door hun auteurs als waar gepresenteerd werden en die door de vroege Nederlandse geschiedschrijvers als waar werden opgevat.

De formulering en voortdurende herhaling van nationale stereotypen resulteerde in een aantal overwegend negatieve beelden van collectieve aard over Spanje en de Spanjaarden die lang hebben voortgeleefd en doorgewerkt. Voor de beschrijving en interpretatie van dit geheel van voorstellingen wordt in dit boek gebruik gemaakt van methoden en inzichten uit de imagologie, het onderdeel van de vergelijkende literatuurwetenschap dat zich richt op onderzoek naar beelden van landen en naties. De Nederlandse pamflettisten gebruikten verschillende onderwerpen om de haat tegen de Spanjaarden aan te wakkeren, zoals de verwijzing naar de gevreesde Spaanse Inquisitie, de beschrijving van oorlogsmisdaden door Spaanse soldaten of de waarschuwing voor de vermeende Spaanse plannen om de hele wereld te veroveren en onderdrukken. Martínez Luna betoogt dat de Nederlandse pamfletten een belangrijke bijdrage leverden aan het internationale imago van het vroegmoderne Spanje. Ook Nederland moet een prominente plaats innemen binnen de groep van landen – vooral Frankrijk en Italië – die het anti-Spaanse sentiment in de zestiende en zeventiende eeuw creëerden.

Historici hebben de Nederlanden eerder beschreven als een brandpunt van het vroegmoderne antihispanisme. Toch is tot dusver amper onderzoek gedaan naar anti-Spaanse bronnen uit de Nederlanden, zeker in vergelijking met soortgelijk materiaal uit Frankrijk en Engeland. Afgezien van de Apologie van Willem van Oranje heeft de beeldvorming van Spanje en de Spanjaarden hier nauwelijks aandacht gekregen. Die verwaarlozing lijkt vooral praktische gronden te hebben gehad. Het omvangrijke bronnenmateriaal was lange tijd moeilijk toegankelijk en niet-Nederlandstalige onderzoekers kampten met een linguïstische barrière. Verder was de Nederlandse geschiedschrijving van de Opstand vooral gericht op onderzoek naar het ontstaan van de Nederlandse natie.

Martínez Luna introduceert een aantal weinig bekende bronnen die zonder twijfel een bijdrage hebben geleverd aan de opbouw van het vijandbeeld van Spanje dat gedurende de zestiende eeuw in verschillende Europese landen bestond. De documenten in kwestie verrijken het debat dat momenteel binnen Spanje gevoerd wordt over de zogenoemde ‘zwarte legende’. Dit door Julián Juderías geïntroduceerde begrip verwijst naar het geheel van negatieve en zelfs denigrerende beschrijvingen, meningen en oordelen over Spanje dat buiten dat land werd verspreid met de bedoeling de reputatie ervan te schaden.

Fernando Martínez Luna verrichtte zijn onderzoek aan het Groningen Research Institute for the Study of Culture (ICOG), Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen.