Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Stedelijke macht tussen overvloed en stagnatie

Stadsfinanciën, staatsvorming en economie in het hertogdom Gelre, ca. 1350-1550
Promotie:Dhr. R.A.A. Bosch
Wanneer:18 januari 2018
Aanvang:16:15
Promotor:prof. dr. D.E.H. de Boer
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Stedelijke macht tussen overvloed en stagnatie

Financiële crisis middeleeuws Gelre leidde tot eerste stap financiële burgerparticipatie

De politieke en militaire problemen in Gelre in de late vijftiende eeuw leidden - evenals in Holland - tot een zware financiële crisis op het lokale (stedelijke) niveau. De noodzaak tot het verhogen van de belastingdruk en de opbouw van een publieke schuldenlast zorgden in Gelre tot eerste aanzetten van participatie van de burgerij in het financiële beleid. Dat concludeert Rudolf Bosch op basis van zijn promotieonderzoek naar lokale overheidsfinanciën in het laatmiddeleeuws Gelre. Zijn onderzoek geeft een mooi voorbeeld van de invloed (op langere termijn) van financiële crises op het sociale en politieke weefsel in de samenleving.

Hoe ontwikkelden de lokale overheidsfinanciën zich in de laatmiddeleeuwse Nederlanden? Wie had wat te zeggen over belastingen en welke invloed had dit op de economie en de sociale verhoudingen? Leidde meer inspraak van de burgerij tot meer bereidheid om belastingen te betalen? Het zijn slechts enkele vragen waarop Bosch in zijn proefschrift antwoord geeft.  

Over het algemeen wordt aangenomen dat de Gelderse steden in de veertiende eeuw hun economische hoogtijdagen hebben beleefd, en dat zich vanaf het midden van de vijftiende eeuw – voornamelijk onder druk van de langdurige conflicten tussen Gelre en de Bourgondisch-Habsburgse vorsten – een proces van langdurige stagnatie voltrok. Bosch zoekt in zijn proefschrift aan de hand van een analyse van de stadsfinanciën van Arnhem en Zutphen naar de samenhang tussen politiek, economie en de ontwikkeling van de lokale overheidsfinanciën in laatmiddeleeuws Gelre. Hierin speelden sociaal-politieke verhoudingen, niet alleen binnen de individuele steden tussen stadsbestuur en burgerij, maar ook de machtsverhoudingen tussen de Gelderse graven en hertogen enerzijds en diens steden anderzijds een belangrijke rol. Bosch toont aan dat - ondanks een grote mate van institutionele continuïteit - de politieke en economische transformaties van die periode de financiële stabiliteit van de Gelderse steden sterk hebben beïnvloed. Dit had tevens consequenties voor de machtspositie van de stedelijke politieke elites. Bosch’ onderzoek draagt nieuwe bouwstenen aan voor de regionaal-vergelijkende bestudering van de economische en financieel-institutionele geschiedenis van de Nederlanden. Het wil tevens bijdragen aan het inzicht in de langetermijneffecten van overheidshandelen op het sociaal-economische weefsel van de samenleving.