Extracellular vesicles: key mediators of intercellular communication between liver cells
Promotie: | Dhr. J. (Junyu) Wang |
Wanneer: | 26 juni 2025 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotors: | prof. dr. A.J. (Han) Moshage, dr. M.C. (Martin / Marco) Harmsen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Extracellulaire blaasjes: belangrijke bemiddelaars van intercellulaire communicatie tussen levercellen
Leververvetting, tegenwoordig bekend als metabool disfunctie-geassocieerde steatotische leverziekte (MASLD), is wereldwijd een van de meest voorkomende chronische leverziekten. Zonder behandeling kan MASLD verergeren tot leverfibrose (littekenvorming), levercirrose of zelfs leverkanker. Ondanks de ernstige gevolgen is er nog geen effectieve behandeling beschikbaar. Dit promotieonderzoek van Junyu Wang richtte zich op hoe levercellen met elkaar ‘praten’ tijdens het ontstaan van MASLD en fibrose, en hoe die kennis kan helpen om nieuwe behandelmogelijkheden te ontwikkelen.
In het eerste deel van het onderzoek werden extracellulaire vesikels (EV’s) – kleine, blaasvormige deeltjes die cellen gebruiken om informatie naar elkaar te sturen bestudeerd. Er werd ontdekt dat levercellen zoals endotheelcellen, stellaatcellen, immuuncellen en hepatocyten EV’s uitwisselen, die ontstekingen kunnen remmen of juist littekenvorming kunnen aanwakkeren.
In het tweede deel zijn hydrogels, gemaakt van echt leverweefsel, ook wel liver ECM (L-ECM) hydrogels genoemd, gebruikt. Deze gels bootsen de natuurlijke omgeving van levercellen na in het laboratorium. Ze bleken de overleving en functie van levercellen buiten het lichaam te verbeteren. Bovendien bleek de stijfheid van de gels van invloed te zijn op het gedrag van de cellen – waaronder of ze bijdragen aan fibrose of juist niet.
Deze bevindingen geven nieuwe inzichten in hoe de omgeving van de lever en de communicatie tussen levercellen samen het ziekteverloop beïnvloeden. De resultaten kunnen bijdragen aan toekomstige therapieën op basis van EV’s, en aan de ontwikkeling van betere laboratoriummodellen om behandelingen te testen. Op termijn kan deze kennis leiden tot meer gerichte en gepersonaliseerde aanpakken om leververvetting te voorkomen of zelfs terug te draaien.