A dancing tidal landscape: how habitat forming species affect their establishment through plant-environment interactions
Promotie: | C. van de Ven, MSc |
Wanneer: | 27 mei 2025 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. ir. T. (Tjisse) van der Heide |
Copromotor: | dr. V. Reijers |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Science and Engineering |
Hoe habitatvormende soorten hun vestiging beïnvloeden door interacties tussen plant en omgeving
Belangrijke kustecosystemen zoals kwelders en zeegrasvelden worden in hoge mate gevormd door habitat-vormende planten, die met hun aanwezigheid en eigenschappen hun omgeving beïnvloeden. Clea van der Ven onderzocht met haar proefschrift hoe eigenschappen van klonale pionierplanten, zoals slijkgras (Spartina anglica) en zeegras (Zostera noltei), de vestiging van jonge planten beinvloeden in de dynamische pionierszone van kwelders.
Van der Ven: ‘Slijkgras heeft stevige scheuten die bij volwassen planten bijdragen aan golf- en stromingsdemping, maar jonge planten juist kwetsbaarder maken voor opwoeling. Zeegras daarentegen heeft soepele scheuten die meebewegen met de stroming. In een experiment met zeegras en slijkgras vond ik dat omgevingsfactoren zoals sedimenttype en inundatie de soorten op tegengestelde wijze beinvloeden, waarbij slijkgras in de allervroegste vestigingsfase gevoeliger bleek voor omgevingsstress. Ook vond ik dat slijkgras uit rustigere herkomstgebieden een hogere overlevingskans heeft.
Ik laat verder zien dat natuurlijk vestigende slijkgrasplanten middels een geclusterd groeipatroon negatieve effecten van stromingsweerstand verminderen, ondanks de rigide scheutmorfologie. Deze groeipatronen blijken bovendien flexibel en afhankelijk van patchgrootte.
Stromingsdemping is geen individuele, maar een ‘emergente’ eigenschap: pas bij groepering van scheuten ontstaat effectieve demping, terwijl een enkele scheut vooral weerstand ondervindt. Het nabootsen van emergente eigenschappen kan sterk bijdragen aan het succes van herstelprojecten. Mijn onderzoek toont aan dat deze essentiële eigenschappen per omgeving verschillen, en dat ook hier de keuze van donormateriaal het herstelsucces sterk beinvloedt.’
De bevindingen benadrukken het belang van plantmorfologie, groeipatroon en herkomst voor natuurlijke vegetatiegroei en effectief ecosysteemherstel.