Falling without falls
Promotie: | Dhr. S.B. (Sander) Swart |
Wanneer: | 13 maart 2024 |
Aanvang: | 11:00 |
Promotor: | prof. dr. C.J.C. (Claudine ) Lamoth |
Copromotor: | dr. A.R. (Rob) den Otter |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Vallen zonder vallen: het aanpassingsvermogen van de menselijke gang over verschillende leeftijden
Lopen op twee benen is een opeenvolging van gecontroleerde vallen: we stappen, leunen naar voren en zetten een nieuwe stap om omvallen te voorkomen.
Als je vandaag 5000 stappen zet zonder je evenwicht te verliezen, zou je dus succesvol zijn gevallen zonder te vallen. We kunnen dit succes zelfs nog steeds behalen als het loopoppervlak glad is, omdat we de kenmerken van ons lopen kunnen aanpassen aan de veranderingen in de omgeving. Deze aanpassingen kunnen echter op oudere leeftijd anders werken als gevolg van leeftijdsgebonden veranderingen in de sensorische en neuro motorische systemen.
Om beter te begrijpen hoe leeftijd het vermogen om loopaanpassingen te maken beïnvloedt, hebben we in dit proefschrift van Sander Swart de motorstrategieën onderzocht, die jonge en oudere volwassenen gebruiken om hun lopen aan te passen op externe veranderingen. Dit werd onderzocht op een loopband met twee parallelle banden, één onder elke voet, waarbij het lopen werd verstoord door de snelheid in één van de banden te verhogen.
We ontdekten dat mensen op oudere leeftijd nog steeds in staat waren hun looppatroon aan te passen aan deze externe verstoring, maar dit langzamer deden. Bij een andere taak, waarbij mensen uitgleden op de loopband, ontdekten we dat oudere volwassenen hun looppatroon in grotere mate aanpasten dan jongere volwassenen, in de stappen voorafgaand aan de verstoring.
De bevindingen van dit proefschrift illustreren dat mensen hun looppatroon aanpassen als ze tijdens het lopen met uitdagende of ongebruikelijke situaties worden geconfronteerd, maar dat de manier waarop deze aanpassingen worden gerealiseerd op oudere leeftijd verandert.
De belangrijkste conclusies zijn: Wanneer mensen met uitdagende of ongebruikelijke situaties worden geconfronteerd tijdens het lopen, passen ze de eigenschappen van hun looppatroon aan, maar de manier waarop deze aanpassingen worden gerealiseerd verandert met de leeftijd.
Oudere mensen benaderen uitglij verstoringen voorzichter dan jongere mensen zodat ze een grotere foutmarge hebben om het achterwaarts balansverlies van de uitglij verstoring op te vangen.