(No) strings attached
Promotie: | dr. M.F.A. (Annemarie) Kok |
Wanneer: | 26 januari 2023 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | A.S. (Ann-Sophie) Lehmann, Prof |
Copromotors: | dr. P. van Rossem, dr. S. Stigter, S. |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Letteren |

Participatiekunst in de lange jaren zestig: een reconstructie
Bij participatieve kunstpraktijken worden toeschouwers uitgenodigd om actief bij te dragen aan de totstandkoming van kunst. Annemarie Kok levert met haar promotieonderzoek een diepgaande analyse en verklaring van het gebruik van participatieve strategieën in de kunst van de zogenaamde ‘lange jaren zestig’ (beginnend rond 1958 en eindigend rond 1974) in West-Europa. Zijn concludeert onder meer dat participatiekunst in die periode zich kenmerkt door heterogeniteit, als gevolg van de betrokkenheid van een grote diversiteit aan menselijke en niet-menselijke actoren bij de totstandkoming van deze kunstvorm. Hoewel er ook connectie en overlap is aan te wijzen tussen de verschillende geanalyseerde actor-netwerken, kan bovenal gesteld worden dat ieder kunstwerk gegenereerd werd door een zeer specifiek netwerk, met eigen bepalende actoren en processen.
Kok belicht hoe er gedacht werd over en gewerkt werd met publieksparticipatie en welke factoren een effect hadden op deze processen. Haar focus ligt daarbij op drie specifieke participatieve projecten die tijdens de vijfde documenta van 1972, een baanbrekende tentoonstelling van hedendaagse kunst in Kassel, werden gepresenteerd: een participatiepaviljoen gebouwd door de kunstenaars John Dugger en David Medalla, een lichtinstallatie van kunstenaar Piotr Kowalski en een videoproject geïnitieerd door de groep telewissen. Hoe werden participatieve strategieën in deze projecten geïntegreerd en welke (f)actoren droegen bij aan de opkomst van deze vroege manifestaties van participatiekunst? Hoe konden ideeën en doelstellingen aangaande publieksparticipatie zich ontwikkelen, circuleren en uiteindelijk in praktijk worden gebracht? Welke verbanden zijn er te detecteren tussen deze vroege voorbeelden van participatiekunst en andere omstandigheden en ontwikkelingen in de lange jaren zestig? In hoeverre waren de kunstenaars zich bewust van de dynamiek van vrijheid en controle die participatieve praktijken kenmerkt en hoe gingen ze daarmee om? Op basis van omvangrijk archiefmateriaal en met behulp van de theoretische en methodologische toolbox van de actor-netwerktheorie brengt Kok verschillende actoren in kaart die gezamenlijk de drie geselecteerde projecten en gerelateerde participatieve praktijken hebben voortgebracht.