Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

De taal van het beeld

Lucebert tekenaar - dichter
Promotie:Mw. M. (Marleen) Slooff
Wanneer:04 maart 2021
Aanvang:16:15
Promotor:prof. dr. D. Rijser
Copromotors:dr. P. Gerbrandy, dr. M. (Merel) van Tilburg
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
De taal van het beeld

Beeldend en poëtisch werk Lucebert geen gescheiden werelden

Over de poëzie van dubbelkunstenaar Lucebert is veel geschreven, gediscussieerd en zelfs gepolemiseerd. Maar de kruisbestuiving tussen zijn beeldend en poëtisch oeuvre is tot nu toe niet of nauwelijks wetenschappelijk onderzocht. In het proefschrift De taal van het beeld. Lucebert tekenaar – dichter brengt Marleen Slooff met gelijkwaardige aandacht voor beide kanten van Luceberts kunstenaarschap het beeldend en het dichterlijk werk zo met elkaar in contact dat ze elkaar wederzijds verhelderen. Het zwaartepunt ligt daarbij op de tekeningen uit de periode 1940-1965 en de gedichten die vóór 1965 tot stand kwamen.

Lucebert (1924-1994) is bij uitstek het voorbeeld van een dubbeltalent. Zijn werk omvat niet alleen vele honderden gedichten maar ook duizenden tekeningen en talrijke schilderijen. Bekendheid bij het grote publiek kreeg Lucebert vooral als ‘keizer’ van de Vijftigers, een groep jonge experimentele dichters, die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog korte tijd gezamenlijk optrok met de schilders van de Cobra-beweging.

Uit Slooffs onderzoek komt naar voren dat tekenen, schilderen en dichten bij Lucebert geen gescheiden werelden zijn. Zowel in zijn tekeningen als gedichten zijn overeenkomsten in thematiek te vinden. Daarnaast laat de bijzondere beeldstructuur van de metaforen in zijn poëzie zien dat hij een dichter is met het oog van een tekenaar. In de discussies over de betekenis van Luceberts ‘lichamelijke taal’ is dit aspect tot nu toe onderbelicht gebleven.

Een wezenlijk element in Luceberts werk is zijn niet aflatend spel met paradox en ambiguïteit. Zijn zij de wapens van de zelfbescherming? Of zelfs de uitdrukking van een existentiële twijfel aan zichzelf die verband houdt met door hem verzwegen feiten over zijn oorlogsverleden? Een antwoord daarop kan door het ontbreken van voldoende gegevens op dit moment niet worden gegeven. Een nadere studie van Luceberts vormingsjaren als kunstenaar in de periode 1940-1950 is onmisbaar om aan zijn indrukwekkende artistieke nalatenschap volledig recht te doen.