Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

A dissimulated trade

Flamencos and the Trade of North European Timber in Seville (1574-1598)
Promotie:Dhr. G. (Germán) Jimenez Montes
Wanneer:01 oktober 2020
Aanvang:09:00
Promotor:R.M. Esser, Prof
Copromotor:dr. J.W. Veluwenkamp
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
A dissimulated trade

Handelsbetrekkingen met Lage Landen hielden Spanje sterk tijdens Tachtigjarige Oorlog

Handel tussen de Lage Landen en Spanje in de Tachtigjarige Oorlog: het lijkt een tegenstrijdigheid, maar het was er wel degelijk. Germán Jiménez Montes behandelt in zijn proefschrift het ontstaan van de handelsbetrekkingen tussen Amsterdam en de Spaanse economische hoofdstad Sevilla in de eerste decennia van de Tachtigjarige Oorlog. Zijn onderzoek laat zien hoe de handel op de as tussen Amsterdam en Sevilla floreerde, ondanks de oorlog. Zo kon Spanje adequaat reageren op de steeds grotere uitdagingen in de Atlantische scheepsvaart en oorlogsvoering, in het bijzonder de oorlog tegen de Nederlanden. Jiménez Montes werpt een nieuw licht op deze periode door de aandacht te richten op de mensen die economische samenwerking onderhielden in over en weer vijandig gebied.

De oorlogen van Spanje tegen de Nederlanders en de Engelsen leidden in het laatste derde deel van de zestiende eeuw in Castilië tot toenemende vijandigheid jegens Noord-Europese immigranten. De Engelsen moesten vertrekken, maar de aanwezigheid van immigranten uit de Lage Landen en Duitsland – die bekend stonden als flamencos – werd in Sevilla getolereerd. Deze groep begon de handel in hout en andere grondstoffen voor de scheepsbouw te beheersen. De grondstoffen moesten worden geïmporteerd uit het Oostzeegebied en Scandinavië en waren van strategisch belang voor de economie van Sevilla en de imperiale aspiraties van de koning van Spanje, Filips II. Uit nood geboren en in weerwil van zijn herhaalde verbod op de handel met de Nederlandse Republiek stond Filips II de flamencos toe in Sevilla te wonen en er zaken te doen, maar zij moesten dan wel “op bedekte wijze” te werk gaan.

Jiménez Montes bestudeerde hoe de toegang tot hout en andere scheepsbouwkundige materialen uit Noord-Europa ervoor gezorgd heeft dat de positie van Sevilla als hoofdstad van een maritieme mogendheid ten tijde van Filips II gehandhaafd bleef. Hij beschrijft de socio-economische strategieën van de Noord-Europese kooplieden, die erin slaagden in een vreemd land de toelevering van een strategisch product voor de stad en het koninkrijk te domineren. Paradoxaal genoeg loopt de opmars van deze kooplieden uit loyale dan wel opstandige regio’s in de Nederlanden en steden in het Heilige Roomse Rijk parallel aan de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog tussen het Spaanse koninkrijk en de noordelijke Nederlanden. Een aanzienlijk deel van de handelsactiviteit van de kooplieden bestond uit contact met de opstandige provinciën. Zij werden om die reden geregeld geplaagd door de handelsoorlog die Filips II voerde, en die resulteerde in de verordening van maar liefst drie embargo’s tegen de Nederlandse handel.