Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Power in organizational life

An investigation of how stable and unstable power affect important organizational and leadership outcomes
Promotie:Mw. S. (Sanne) Feenstra
Wanneer:03 februari 2020
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. J.I. (Janka) Stoker, prof. dr. J. (Jennifer) Jordan, prof. dr. F. Walter
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
Power in organizational life

Angst om macht te verliezen weerhoudt leiders van delegeren

Machtige leiders ervaren stress wanneer zij hun machtige positie dreigen kwijt te raken. Dat is bijvoorbeeld een probleem in organisaties die werken met zelfsturende teams. Wanneer leiders vrezen hun machtspositie te verliezen, zijn zij minder bereid om verantwoordelijkheden en autoriteit te delegeren aan hun werknemers.

Een instabiele machtspositie leidt ertoe dat leiders hun werknemers wantrouwen. ‘In zulke precaire situaties denken leiders dat werknemers erop uit zijn hun rol over te nemen en dat zij dus niet te vertrouwen zijn’, zegt Feenstra. ‘Dat wantrouwen zorgt er vervolgens voor dat leiders niet bereid zijn belangrijke taken en beslissingen uit handen te geven.’ Dat verschijnsel doet zich vooral voor wanneer leiders te maken hebben met meer ervaren werknemers, toont Feenstra aan. Juist deze senioren worden minder betrokken bij belangrijke beslissingen wanneer leiders vrezen voor hun positie.

Begeleiding voor leiders

Volgens Feenstra is het van belang dat HR-professionals zich realiseren dat leiders negatief worden beïnvloed door de instabiliteit van hun posities. Hoewel deze instabiliteit bijvoorbeeld bij reorganisaties, organisatieveranderingen of fusietrajecten niet eenvoudig kan worden weggenomen, is het goed dat er aandacht wordt besteed aan de gevolgen daarvan, stelt Feenstra. ‘Dat kan bijvoorbeeld door leiders te trainen in het omgaan met onzekerheid of hen te begeleiden bij veranderingen. Op die manier zullen leiders minder stress ervaren, hun werknemers minder wantrouwen en eerder bereid zijn hun macht te delen.’

Macht corrumpeert niet altijd

Feenstra bestudeerde ook de relatie tussen macht en corrupt gedrag. Uit eerder onderzoek bleek dat machthebbers zich voornamelijk minder ethisch gaan gedragen naar mate hun macht groeit. Feenstra analyseerde het gedrag van leiders in situaties waarin machthebbers zich juist voorbeeldiger gedroegen. Zij concludeert dat machthebbers zich minder onethisch gedragen wanneer zij hun onethische gedrag niet voor zichzelf kunnen rechtvaardigen. ‘Organisaties die corrumperende effecten van macht willen tegengaan doen er goed aan doen om weinig ruimte te laten voor zelfrechtvaardiging’, zegt Feenstra. ‘Dat kan bijvoorbeeld door duidelijke regels op te stellen en ethische ‘grijze gebieden’ te vermijden.’