Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Computerized adaptive testing in primary care: CATja

Promotie:Dhr. J. (Jan) van Bebber
Wanneer:24 september 2018
Aanvang:09:00
Promotor:prof. dr. R.R. (Rob) Meijer
Copromotors:J.T.W. (Hanneke) Wardenaar-Wigman, dr. A. Wunderink
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Computerized adaptive testing in primary care: CATja

Slimme online test helpt huisarts bij identificeren beste hulp voor cliënt met psychische problemen

Op welk niveau kan een cliënt met psychische problemen het beste geholpen worden: in de huisartsenpraktijk, binnen de generalistische of binnen de specialistische GGZ? Op die vraag kan de huisarts of diens praktijkondersteuner straks makkelijker antwoord geven met behulp van een online vragenlijst met de naam CATja, ontwikkeld door het UMCG en de TU Twente. Jan van Bebber was betrokken bij het onderzoek dat hieraan voorafging en hij beschrijft de uitkomsten in zijn proefschrift. Het adaptieve karakter van CATja is volgens Van Bebber het meest vernieuwende aan de applicatie. De eerste resultaten van implementatieonderzoek zijn veelbelovend.

De promovendus legt uit dat de eerste versie van CATja vijf domeinen van de psychopathologie omvat: angst, depressie, 'distress' (algemene stress-symptomen), en negatieve en positieve symptomen van psychose. Ook kan de online tool de kwaliteit van het sociale netwerk van de cliënt in kaart brengen door middel van vragen over emotionele steun en vriendschap. Behalve de klachten van de cliënt worden dus ook de krachten in kaart gebracht: positieve psychologische constructen zoals het sociale netwerk. De ‘computerized adaptive test’ (CAT, vandaar ook de naam CATja) bootst als het ware een ervaren interviewer na: vervolgvragen zijn afgestemd op eerder gegeven antwoorden. Om de ervaringen, kennis en voorstellingen van de beoogde gebruikers te kunnen benutten is CATja in nauwe samenwerking met praktijkondersteuners ontwikkeld.

Van Bebber beschrijft in zijn proefschrift hoe de eerste versie van CATja in 2017 getest werd door acht praktijkondersteuners. Op basis van deze pilot concludeert hij dat praktijkondersteuners de psychische gesteldheid van hun cliënten over het algemeen minder gunstig inschatten dan de scores die door CATja berekend worden. Wanneer zij het scoreprofiel van CATja kunnen raadplegen, adviseren praktijkondersteuners een behandeling op een minder ‘zwaar’ niveau dan wanneer ze alleen hun eigen inschatting gebruiken. De tool lijkt ook toegevoegde waarde te hebben voor patiënten en huisartsen. Tot slot beschrijft Van Bebber de plannen voor verdere ontwikkeling van CATja, met het toevoegen van modules voor leefstijl, vroege traumatische ervaringen en detectie van autismestoornissen of ADHD. Ook willen hij en zijn collega’s graag concrete behandelopties kunnen koppelen aan specifieke scoreprofielen en willen ze cliënten herhaaldelijk kunnen testen zodat de ontwikkeling tussen intake, behandeling en follow-up duidelijk wordt.

Jan van Bebber (1979) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek binnen het Interdisciplinair Centrum voor Psychopathologie en Emotieregulatie (ICPE) van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het promotieonderzoek werd gefinancierd door de GGZ Friesland, De Friesland zorgverzekeraar betaalde het programmeergedeelte van het project . Van Bebber begint in oktober als methodoloog aan de Charité Universitätsmedizin Berlin. De titel van zijn proefschrift is: "Computerized adaptive testing in primary care: CATja".