Vasopressin in chronic kidney disease, in particular ADPKD
Promotie: | Mw. D. (Debbie) Zittema |
Wanneer: | 02 november 2016 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotors: | prof. dr. R.T. (Ron) Gansevoort, prof. dr. C.A.J.M. Gaillard |
Copromotor: | dr. E. Meijer |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Dehydratatie schadelijk voor de nier
Het promotieonderzoek van Debbie Zittema, uitgevoerd onder patiënten met twee soorten nierziekten, laat zien dat uitdroging (dehydratatie) schadelijke effecten heeft op de nier. Vanwege de verschillende ontstaansmechanismen achter beide nierziekten concludeert Zittema dat uitdroging mogelijk slecht is voor patiënten met nierschade in het algemeen en misschien zelf wel voor iedereen. Die hypothese moet in vervolgonderzoek getoetst worden. Zittema testte ook een marker om spiegels van het waterhuishoudingshormoon vasopressine te meten. Die marker, copeptin, bleek zeer stabiel en makkelijk te meten, zelfs bij patiënten met een verminderde nierfunctie.
Vasopressine is een hormoon dat voor onze waterhuishouding van groot belang is. Bij uitdroging geven onze hersenen signalen af om meer vasopressine aan te maken. Door vervolgens water op te nemen uit de nier wordt het waterverlies beperkt. In sommige gevallen heeft vasopressine echter ook negatieve effecten op de nier. Bij autosomaal dominant polycysteuze nierziekte (ADPKD) draagt het bijvoorbeeld bij aan achteruitgang van de ziekte, en bij chronische nierziekten zorgt het via een verhoging van de nierdruk en eiwitlekkage voor een verslechtering van de nierfunctie.
De studies van Zittema helpen om de rol van vassopressine in chronische nierziekten beter te begrijpen. Zo vermoedt zij dat vasopressine-spiegels omhoog gaan wanneer het concentrerend vermogen van de nier achteruitgaat. Daardoor ontstaat meer nierschade en wordt een eventueel onderliggende nierziekte erger. Deze vicieuze cirkel is zichtbaar bij ADPKD-patiënten, maar ook bij patiënten met andere soorten chronische nierziekten. Door met behulp van copeptin de vasopressine-spiegels te meten is het mogelijk om die patiënten te selecteren die het hoogste risico hebben op een snellere ziekteprogressie.
Debbie Zittema (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinsituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zittema werkt momenteel als arts-assistent op de afdeling kindergeneeskunde van het Meander Medisch Centrum (Amersfoort).