Difficult birth and motor outcome in early infancy and at school age
Matige start bij de geboorte voorspelt motorische ontwikkeling op schoolleeftijd
Kinderen die na een moeilijke bevalling met licht zuurstofgebrek ter wereld komen, hebben op zesjarige leeftijd vaker neuromotorische ontwikkelingsproblemen, vooral in de fijne motoriek. Dat is één van de uitkomsten van het promotieonderzoek van Patricia van Iersel. Zij adviseert om de ontwikkelingen van kinderen met een matige start zorgvuldig te monitoren, beginnend met de ‘General Movements’, bewegingspatronen van pasgeborenen die kunnen laten zien of het zenuwstelsel goed werkt.
Het is bekend dat kinderen met een slechte start door zuurstofgebrek tijdens de geboorte een groot risico lopen op ontwikkelingsproblemen. Patricia van Iersel onderzocht die gevolgen in een groep van 64 op tijd geborenen met een matige start en 81 controlekinderen, vanaf de geboorte tot op zesjarige leeftijd. Dergelijk onderzoek wordt vaak gedaan onder kinderen die in een academisch ziekenhuis geboren zijn. Van Iersel voerde haar onderzoek uit onder kinderen die in een regionaal ziekenhuis geboren en behandeld werden. Dat maakt deze studie niet alleen uniek, maar zorgt er ook voor dat de resultaten waarschijnlijk een grotere reikwijdte hebben – alleen een kleine minderheid van de kinderen wereldwijd kan immers terecht in een academisch ziekenhuis. De meeste ziekenhuizen beschikken niet over apparatuur om eventuele hersenschade in beeld te brengen of over koeltechnieken om die schade te beperken.
De promovenda bestudeerde de bewegingspatronen van alle baby’s, kort na de geboorte en drie maanden later nog eens. Ook onderzocht ze de kinderen op zesjarige leeftijd opnieuw uitgebreid, met speciale aandacht voor de motoriek. Zij concludeert onder andere dat, vooral in een niet-academische setting, de beoordeling van deze General Movements een waardevol aanvullend instrument kan zijn om de werking van het zenuwstelsel te beoordelen.
Patricia van Iersel (1949) studeerde fysiotherapie aan de Hogeschool in Utrecht. Daarna behaalde zij haar graden docent fysiotherapie en kinderfysiotherapeut. Van 1976-2013 werkte zij als (kinder)fysiotherapeut in het Gelre Ziekenhuis te Apeldoorn. Dit ziekenhuis was de setting van haar onderzoek. Ze verrichtte haar promotieonderzoek binnen onderzoeksinsituut BCN-Brain van het Universitair Medisch Centrum Groningen.