Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Motor and non-motor effects of apomorphine infusion

Promotie:Dhr. R.W.K. (Robbert) Borgemeester
Wanneer:20 juni 2022
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. T. (Teus) van Laar, prof. dr. H.P.H. (Berry) Kremer
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Motor and non-motor effects of apomorphine infusion

Motorische en niet-motorische effecten van apomorfine-infusie

Apomorfine is een medicijn dat wordt toegepast bij patiënten met gevorderde ziekte van Parkinson. De ziekte van Parkinson kenmerkt zich door problemen van stijfheid, traagheid en trillen (motorische symptomen), en daarnaast problemen met geheugen, bloeddruk, slaap (niet-motorische symptomen). Op het moment dat pillen onvoldoende in staat is de motorische symptomen te onderdrukken, kan gekozen worden voor apomorfine. De behandeling met apomorfine verloopt via een pompje dat continu medicatie afgeeft via een onderhuids naaldje. Inmiddels wordt deze behandelmethode ruim 20 jaar in Nederland toegepast. 

In zijn promotieonderzoek heeft Borgemeester gekeken naar de effecten van apomorfine op motorische en niet-motorische symptomen bij de ziekte van Parkinson in een groep patiënten die waren gestart met de behandeling in het Universitair Medisch Centrum Groningen en een groep die startte in een gespecialiseerde unit van een verpleeghuis (nu Punt voor Parkinson geheten). Daar waar in het verleden werd gedacht dat men terughoudend moest zijn met het gebruik van apomorfine bij patiënten met problemen met het geheugen, problemen met de bloeddruk (orthostatisch hypotensie) en visuele hallucinaties (zien van dingen of personen die er eigenlijk niet zijn), heeft Borgemeester laten zien dat dat niet nodig is als adequate voorzorgmaatregelen werden genomen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat apomorfine zelfs tot verbetering van visuele hallucinaties kan leiden. 

In het laatste deel van zijn onderzoek keek Borgemeester naar het ontstaan van huidreacties op de plaats van toediening (zogenaamde subcutane noduli); een veelvoorkomende bijwerking. Enerzijds is geprobeerd het onderliggende mechanisme op te helderen. Hij denkt dat een allergische reactie hieraan ten grondslag ligt, maar sluitend bewijs is er nog niet. Anderzijds heeft hij verschillende behandelmethoden onderzocht door middel van biopten naar effectiviteit, waarbij het verdunnen van apomorfineconcentratie en gebruik van hydrocortison via het pompje het meest werkzaam bleken.