Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Challenges in prenatal screening and diagnosis in the Netherlands

Promotie:Mw. M. (Merel) Bakker
Wanneer:06 februari 2017
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. C.M. (Katia) Bilardo
Copromotor:dr. E. Birnie
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Challenges in prenatal screening and diagnosis in the Netherlands

Analyse en kwaliteitsverbetering van de huidige prenatale screening

De relatief lage opkomst van zwangere vrouwen voor de combinatietest lijkt samen te hangen met een positieve attitude ten opzichte van het Down syndroom en een negatieve houding ten opzichte van zwangerschapsafbreking. Daarnaast speelde de financiële drempel die alleen voor vrouwen jonger dan 36 jaar aanwezig was, waarschijnlijk ook een rol. Dit concludeert arts-onderzoeker Merel Bakker, die ook zocht naar manieren om de kwaliteit van prenatale screening te verbeteren.

Belangrijk bij de combinatietest is de meting van de dikte van de nekplooi. Samen met de leeftijd van de moeder en bepaalde markers in het bloed voorspelt dit de individuele kans op het Down, Patau en Edwards syndroom. Naast de gewone, handmatige meting van de nekplooi is een semiautomatische meting ontwikkeld. Uit onderzoek van Bakker bleek deze bij ervaren echoscopisten geen toegevoegde waarde te hebben.

Ook bracht Bakker de kans op een miskraam na het verrichten van een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest in kaart. Zij vond een lagere kans op een miskraam dan eerder in de literatuur beschreven is, mits de test wordt uitgevoerd door een ervaren arts.

Een verdikte nekplooi is naast een indicatie van verhoogd risico op Down syndroom (trisomie 21) ook indicatief voor een verhoogd risico op trisomie 18 en 13. Er zijn echter meer genetische syndromen die hiermee geassocieerd zijn. Het meest voorkomende is het Noonan syndroom. Hierbij is vaak sprake van karakteristieke gelaatskenmerken, een brede nek, een associatie met bepaalde aangeboren hartafwijkingen en een bescheiden lengte. Kinderen met het Noonan Syndroom kunnen een lichte ontwikkelingsachterstand hebben. Bakker bracht in kaart welke echoscopische kenmerken voorspellend zijn voor de aanwezigheid van Noonan syndroom. Zij definieerde een aantal kenmerken die, hoewel zij subtiel en aspecifiek kunnen zijn, indien aanwezig pleiten voor gerichte DNA-analyse naar het Noonan syndroom.

De rol van de eerste trimester echo zal na introductie van de NIPT in de toekomst verschuiven van in de eerste plaats screening op chromosomale afwijkingen naar screening op onder meer structurele afwijkingen en een bredere risicoschatting in de zwangerschap. Deze nieuwe rol van de eerste trimester screening kan tot grote veranderingen in de geboortezorg leiden.

Merel Bakker (1981) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Het promotieonderzoek verrichtte zij binnen het UMCG bij het onderzoeksinstituut SHARE, binnen het onderzoeksprogramma Reproductive Origins of Adult Health and Disease. Bakker is momenteel in opleiding tot gynaecoloog.