Hemodynamic stability during hemodialysis
Promotie: | Mw. E.M. (Esmee) Ettema |
Wanneer: | 02 november 2016 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. C.A.J.M. Gaillard, prof. dr. R.T. (Ron) Gansevoort |
Copromotor: | dr. C.F.M. (Casper) Franssen |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Hormoon vasopressine kan mogelijk bloeddruk stabiliseren tijdens hemodialyse
Door het biofeedbacksyteem Hemocontrol te gebruiken tijdens hemodialyse, een nierfunctievervangende therapie om het bloed te zuiveren, hebben nierpatiënten iets hogere vasopressinespiegels in het bloed en een stabielere bloeddruk tijdens hemodialyse. Vasopressine is een belangrijk (lichaamseigen) hormoon voor de waterhuishouding. Esmée Ettema deed samen met collega’s van het UMCG en het Dialyse Centrum Groningen (DCG) onderzoek naar Hemocontrol en de rol van vasopressine. Zij concludeert dat dit hormoon mogelijk kan helpen om de bloeddruk tijdens hemodialyse stabiel te houden.
Een goede nierfunctie is van levensbelang. De nieren filteren schadelijke stoffen uit het bloed, reguleren onze vocht- en zouthuishouding, bloeddruk, en de productie van hormonen zoals vitamine D. Wanneer de nierfunctie onder de 10-15% daalt, zijn patiënten aangewezen op nierfunctievervangende therapie, zoals hemodialyse. Patiënten komen daarvoor meestal drie keer per week naar het ziekenhuis of dialysecentrum, om vier uur lang hemodialyse te ondergaan. Een kunstnier haalt tijdens een dialyse-sessie afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed. In Nederland ondergingen in 2015 bijna 5.600 patiënten hemodialyse.
Hemodialyse is een zware behandeling, met mogelijke negatieve gevolgen op korte en lange termijn. Het lichaam moet compensatiemechanismen gebruiken om adequaat op de behandeling te reageren. De hartslag moet hoger worden, net als de knijpkracht van het hart en het samenknijpen van de bloedvaten. Als het lichaam onvoldoende kan compenseren, ontstaat dialysehypotensie – een lage bloeddruk tijdens dialyse. Dat kan weer allerlei andere gevolgen hebben, tot schade aan de organen aan toe. Ettema legt in haar proefschrift uit hoe deze lage bloeddruk ontstaat, en welke maatregelen genomen worden om dialysehypotensie tegen te gaan.
Een manier om dialysehypotensie te voorkomen is dialyse met het Hemocontrol biofeedback systeem, dat continue de snelheid van het vocht en het natrium (zout) gehalte in het gedialyseerde bloed aanpast. Waarom Hemocontrol dialyse leidde tot een stabielere bloeddruk tijdens dialyse en minder dialysehypotensie was niet helemaal duidelijk. Ettema vermoedde dat deze verbeteringen kwamen door hogere vasopressinespiegels tijdens hemodialyse met Hemocontrol. Zij vond in een tweetal studies dat de vasopressinespiegels in het bloed inderdaad hoger waren tijdens Hemocontrol dialyse in vergelijking met standaard hemodialyse. De promovenda concludeert op basis van deze en de andere studies die ze uitvoerde dat vasopressine misschien kan bijdragen aan een stabielere bloeddruk tijdens hemodialyse, vooral bij patiënten die regelmatig een lage bloeddruk tijdens dialyse ontwikkelen.
Esmée Ettema (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinsituut GUIDE en het Groningen Kidney Center van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door het Dialyse Centrum Groningen, de Jan Kornelis de Cock Stichting en de Nierstichting. Ettema werkt nu als arts op de Intensive Care van het UMCG.