The enigma of the fontan circulation
Promotie: | dr. D. Wolff |
Wanneer: | 29 juni 2016 |
Aanvang: | 12:45 |
Promotors: | prof. dr. R.M.F. (Rolf) Berger, T. (Tjark) Ebels |
Copromotor: | dr. J.P. (Joost) van Melle |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |

Betere vroege overleving na Fontan-operatie in UMCG
Het UMCG voert sinds 1975 de zogenoemde Fontan-operatie uit – een ingreep om de bloedsomloop te verbeteren bij kinderen die maar één goed werkende hartkamer hebben. Djoeke Wolff onderzocht hoe het nu met patiënten gaat die de operatie tussen 1975 en 2011 ondergingen. Ze concludeert onder andere dat de vroege overleving (dat wil zeggen binnen dertig dagen na de operatie) in de afgelopen decennia met 95% tegenover 74% aanmerkelijk verbeterd is, maar ook dat een Fontan-circulatie nog steeds meerdere nadelige gevolgen heeft.
Kinderen die worden geboren met een complexe hartafwijking, namelijk bij wie slechts één hartkamer goed ontwikkeld is, hebben na de geboorte vaak meerdere hartoperaties nodig. De Fontan-operatie wordt meestal na de vierde verjaardag uitgevoerd. Het is een zware operatie waarna één hartkamer zowel de longen als de rest van het lichaam van bloed voorziet. Wolff bestudeerde onder andere hoe de overleving na de Fontan-operatie in de afgelopen vier decennia veranderd is en wat de consequenties van deze onnatuurlijke circulatie zijn op lange termijn.
In de periode 1975-2011 werden patiënten die een Fontan-operatie hadden gehad gemiddeld twaalf jaar lang in het UMCG gevolgd. Wolff concludeert dat de algehele overleving in die periode 69% is. De gemiddelde overleving nadat patiënten uit het ziekenhuis zijn ontslagen blijkt 31 jaar te zijn. De promovenda stelde verder vast dat de vroege overleving significant verbeterd is, maar dat dat niet geldt voor de langetermijnoverleving.
Op lange termijn scoren Fontan-patiënten op inspanningstesten zo’n 40% lager dan gezonde individuen. Ook komt leverschade veel vaker voor dan gedacht. Wolff raadt daarom aan om inspanningsvermogen en de werking van de lever in de follow-up van patiënten goed te volgen. Tot slot onderzocht zij hoe het gesteld is met de kwaliteit van leven, seksualiteit en vruchtbaarheid van jongeren en volwassenen met een Fontan-circulatie. Ze deed dat op basis van vragenlijsten onder 21 (jonge) volwassenen en interviews met 8 van hen. Uit dit deel van het onderzoek komt naar voren dat bij mannen de fysieke problemen lijken te overheersen en bij vrouwen psychosociale problemen. Het aantal deelnemers aan dit deel van het onderzoek was te klein om harde conclusies aan te verbinden, maar de pilot study laat wel zien dat de ingreep ook een grote psychologische impact heeft.
Djoeke Wolff (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd als MD/PhD-traject van de Junior Scientific Masterclass van het UMCG. Wolff werkt nu als arts-assistent bij de algemene hartchirurgie in het UMCG.