Sexual functioning and its relationship with sleep, vulvar pain, and mental health
Promotie: | C.F. (Carlotta) Oesterling |
Wanneer: | 05 juni 2025 |
Aanvang: | 14:30 |
Promotor: | prof. dr. P.J. (Peter) de Jong |
Copromotor: | C. (Charmaine) Borg, Dr |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Gedrags- en Maatschappijwetenschappen |

Betere nachtrust na seks met orgasme dan na masturbatie
Carlotta Oesterling onderzocht de wisselwerking tussen seksuele gezondheid, mentaal welzijn, intimiteit en slaap vanuit een biopsychosociaal perspectief. Uit de studies bleek dat seks met een partner, met een orgasme, geassocieerd is met kortere inslaaptijd en betere slaapkwaliteit dan masturbatie. Intimiteit bleek hierin een sleutelrol te spelen: emotionele verbondenheid, nabijheid en niet-seksuele intimiteit (zoals knuffelen of mindful baden) droegen ook bij aan betere slaap. Daarnaast onderzocht Oesterling het effect van vulvapijn, angst en depressie op seksualiteit.
Drie onderzoekslijnen stonden centraal: (1) de relatie tussen seksuele activiteit en slaap, (2) psychosociale factoren bij vulvapijn en seksuele stress, en (3) de samenhang tussen depressie, angst en seksuele disfunctie. Het eerste deel onderstreept het belang van relationele factoren naast fysieke.
Het tweede deel toonde aan dat veel vrouwen vulvapijn ervaren en toch seks blijven hebben, vaak zonder hun pijn met hun partner te bespreken. Lage seksuele autonomie, beperkende seksscripts en het centraal stellen van het genot van de partner hingen samen met seksuele pijn en stress. Het bevorderen van seksuele autonomie, zelfvertrouwen en bredere definities van seks kan deze klachten mogelijk verlichten. Dit vereist vaak psycho-educatie en zelfonderzoek, om eigen behoeften te herkennen en te kunnen communiceren.
De onderzoeksresultaten zouden ertoe kunnen leiden dat meer mensen de heersende scripts in twijfel te trekken, zich verdiepen in anatomie en fysiologie, zich meer bewust te worden van wat genot geeft, en te oefenen in het communiceren hiervan. Het veranderen van de normen over seksualiteit kan gunstig zijn voor alle seksen, ook voor het verminderen van de prestatiedruk die mannen ervaren en gewoon voor het verbeteren van de algehele communicatie.
De derde onderzoekslijn liet zien dat depressie en angst sterk samenhangen met seksuele disfunctie en stress. Depressie was de belangrijkste voorspeller bij beide geslachten, terwijl angst vooral bij vrouwen tot stress leidde. Slaap kan hierin een mediërende rol spelen. Alle bevindingen van het onderzoek benadrukken het belang van aandacht voor mentale gezondheid, gendernormen, communicatie en intimiteit in seksuele zorg. Ze bieden aanknopingspunten voor geïntegreerde interventies en toekomstig onderzoek.