Predicting outcomes of patients undergoing TAVI
Voorspellen van de uitkomsten van patiënten die een TAVI ondergaan
De primaire doelstelling van het proefschrift van Kees van Bergeijk was het identificeren van voorspellers van slechte klinische uitkomsten van patiënten na een TAVI (transcathether aortic valve replacement) of SAVR (surgical aortic valve replacement).
Allereerst toonde dit proefschrift aan dat SAVR-patiënten aanzienlijk bleken te verschillen in karakteristieken en comorbiditeiten ten opzichte van TAVI-patiënten, wat ook gold voor voorspellers van slechte uitkomsten.
Daarnaast werd aangetoond dat op de kortere termijn uitkomsten na TAVI vergelijkbaar zijn tussen mannen en vrouwen, maar dat dit effect wel afhangt van het gebruik van antistolling voor, tijdens en na TAVI.
Uiteindelijk werd in dit proefschrift een model ontwikkeld dat het risico kan voorspellen op een combinatie van afwezigheid van symptoom verbetering en tegelijkertijd het optreden van een slechte uitkomst (1 jaar na TAVI). Aanvullend bleek dat patiënten die een TAVI ondergingen die daarnaast ook COPD, atriumfibrilleren en hartfalen hadden, vaak een low-flow, low-gradient patroon van aortaklepstenose hadden, in combinatie met meer symptomen en slechtere uitkomsten na 5 jaar. In een cluster analyse bleek dat deze groep daarnaast vaak een behouden kamerfunctie had (HFpEF).
De resultaten van dit proefschrift dragen bij aan het beter kunnen voorspellen van (slechte) uitkomsten van patiënten die een TAVI-procedure ondergaan. Met de juiste type en hoeveelheid data kunnen patiënten met een hoog risico op slechte uitkomsten na deze ingreep beter worden geïdentificeerd. De resultaten benadrukken daarnaast dat er nog steeds patiënten zijn die geen baat hebben bij TAVI, en dat met name patiënten met meerdere comorbiditeiten een verhoogd risico lopen op slechter uitkomsten.