Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Monitoring and feedback in driving

Promotie:A. (Angèle) Picco, MSc
Wanneer:09 oktober 2025
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. D. (Dick) de Waard, prof. dr. J.C.F. de Winter
Copromotor:dr. A. (Arjan) Stuiver
Waar:Academiegebouw RUG / Studenten Informatie & Administratie
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Monitoring and feedback in driving

Beter autorijden door monitoring en feedback in de praktijk

Recente technologische ontwikkelingen maken het mogelijk rijgedrag te volgen met behulp van sensoren in de auto of smartphones. Deze gegevens kunnen patronen van risicogedrag of verbeterpunten zichtbaar maken, die vervolgens worden vertaald in feedback voor de bestuurder. Monitoring en feedback laten positieve effecten zien in experimentele settings, zowel in simulators als in veldstudies. Angèle Picco heeft onderzocht of dat ook effectief kan zou kunnen zijn in het dagelijks verkeer, buiten het laboratorium en de testomgeving. Daaruit blijkt echter dat de aanvaardbaarheid van monitoring en feedback beperkt is, omdat veel bestuurders weinig noodzaak zien voor feedback en menen dat hun rijgedrag al voldoende is. De effectiviteit blijft bescheiden wanneer feedback puur informatief is en niet gepaard gaat met prikkels. De conclusie: monitoring en feedback kunnen bijdragen aan veiliger rijden, maar grootschalig succes vereist dat feedback relevant, motiverend en ingebed is in bredere culturele en systemische inspanningen om de verkeersveiligheid te verbeteren.

Risicovol gedrag is niet alleen een kwestie van beperkt bewustzijn; veel automobilisten zijn zich bijvoorbeeld bewust van hun te hoge snelheid, maar beschouwen dit als normaal en acceptabel, wat het effect van corrigerende feedback verzwakt. Uit het onderzoek komen een aantal opmerkelijke gegevens naar voren. Ten eerste blijkt dat te hard rijden cultureel genormaliseerd is, zelfs wanneer bestuurders zich hiervan bewust zijn. Ten tweede bestaat het risico dat monitoring een schuldcultuur versterkt in plaats van dat het een rechtvaardige cultuur ondersteunt, met de bredere zorg dat dit zou kunnen uitmonden in sociale controle. Ten derde is er het besef dat technologie alleen geen eenvoudige oplossing is voor verkeersveiligheid, zoals ook te zien is bij zelfrijdende voertuigen en de uitdaging om te definiëren wat als “normaal” en “goed” menselijk gedrag geldt.

Monitoring en feedback kunnen niet als een op zichzelf staande oplossing worden beschouwd. Succes hangt af van het relevant en motiverend maken van feedback, terwijl deze wordt ingebed in bredere culturele en systemische benaderingen. Meer fundamenteel is dat het definiëren van veilig rijden een normatieve standaard vereist die verder gaat dan alleen het naleven van regels, en dat bij elke poging om gedragsmonitoring te normaliseren ook rekening moet worden gehouden met de ethische risico’s van het versterken van een schuldgerichte cultuur.

View this page in: English