The city and the naturalists
Promotie: | prof. E. (Eryc) de Oliveira Leão, M |
Wanneer: | 05 juni 2025 |
Aanvang: | 16:15 |
Promotors: | prof. dr. F.L. (Lautaro) Roig Lanzillotta, prof. dr. D. Ferreira Leão |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Religie, Cultuur en Maatschappij |
De stad en de Naturalisten
Het proefschrift van Eryc de Oliveira Leão heeft tot doel sporen van Griekse culturele diversiteit te identificeren, bronnen van botsingen tussen kosmovisies te analyseren en de sociale geschiedenis van het “naturalisme” te bespreken. Dit omvat het bespreken van cognitieve wereldbeeldcategorieën, het bespreken van fundamentele categorieën zoals natuur, maatschappij en menselijkheid en het analyseren van diepe culturele botsingen, zoals discoursen en beschuldigingen van goddeloosheid.
De methodologie is multidisciplinair en integreert filosofische, antropologische, filologische en interpretatieve analyses van primaire en secundaire bronnen. Van fundamenteel belang voor het identificeren van tekenen van diepe verschillen in kosmovisie in oude bronnen zijn de antropologie van de wetenschap van Bruno Latour, de wereldbeeldcategorieën van Michael Kearney en de vier ontologieën van Philippe Descola (animisme, naturalisme, totemisme en analogisme).
Doordringend in dit werk is het begrip fysis, dat niet zozeer aansluit bij de moderne dichotomie tussen “cultuur” en “buiten-natuur”, maar in één term de betekenissen van “ontstaan”, “ontwikkeling” en “resultaat” belichaamt. Door middel van een kritische analyse van geselecteerde passages uit de Odyssee van Homerus, de Theogonie van Hesiodus en de Phaedo van Plato werd het semantische veld van fysis onderzocht en werd de centrale plaats ervan in het begrijpen van het Griekse genealogische denken onthuld.
Als casestudy van de inter-relatie tussen natuur en samenleving onderzocht De Oliveira Leão alle voorkomens van de stam phy- in Sophocles' Oedipus de Koning, waarbij werd geïllustreerd hoe de stad in de oudheid werd gezien als een organisme, met burgers als cellen, en hoe sociale verstoringen werden gezien als collectieve ziekten die alleen de leider, die optrad als de arts van de stad, kon genezen. Dit perspectief toont het verweven karakter van de Griekse opvattingen over natuur, menselijkheid en maatschappij.
Debatten die gebruik maken van genealogische denkpatronen bestrijken uiteenlopende gebieden als geneeskunde, politiek, meteorologie, onderwijs, landbouw en menselijke vruchtbaarheid en illustreren de sociaal-politieke dimensies van kosmologische uitwijdingen door filosofen en pedagogen als Anaxagoras, Socrates, en ongrijpbare groepen zoals zieners (manteis), droomuitleggers (oneirokritai), tovenaressen (Pharmakides), magiërs (goētes, magoi) en anderen die, hoewel moeilijk te definiëren, elk hun eigen kosmologie en methoden hadden om kosmische verstoringen aan te pakken.