Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Bewogen straten

de omgang van het stadsbestuur van Parijs met de foto's van Parijse straten en boulevards van Charles Marville (1813-1879) tussen 1865 en 1910
Promotie:Mw. J.F. (Joke) de Wolf
Wanneer:19 oktober 2022
Aanvang:11:00
Promotor:A.S. (Ann-Sophie) Lehmann, Prof
Copromotor:dr. R. Esner
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Bewogen straten

Beroemde stadsfoto’s Marville citymarketing avant la lettre 

Het zijn beroemde, intrigerende foto’s – die van de gewone, lege straten van Parijs rond 1865. Charles Marville maakte ze vanaf 1865, in opdracht van het Parijse stadsbestuur. Promovenda Joke de Wolf ontdekte dat Marville de foto’s in eerste instantie maakte voor de cartografische dienst van de stad, zoals fotografen in die tijd veel vaker 'zakelijke' foto's maakten van gebouwen en situaties. De stad Parijs gebruikte de foto's als citymarketing avant la lettre op de wereldtentoonstellingen van 1873 in Wenen en in 1878 in Parijs. Bij die laatste tentoonstelling hingen ook foto's door Marville gemaakt van de nieuwe boulevards, maar anders dan later is gesuggereerd, was er geen sprake van voor- en na-foto's van dezelfde plekken, zo stelt De Wolf. Pas in 1899 kwam er vanuit de historische stadsbibliotheek belangstelling voor de nu historische foto's. Toch gingen de verhalen die daarbij verteld werden pas tien jaar later over de recente geschiedenis van de stad, in de eerste jaren werden ze door historici vooral gezien als illustraties van de situatie in de stad van veel langer geleden.

Terwijl het stadsbestuur halverwege de negentiende eeuw begon met het slopen van de smalle straten om de stad te moderniseren, gaf het tegelijk fotograaf Marville (1813-1879) de opdracht om foto’s van diezelfde straten te maken. Kunsthistoricus Joke de Wolf analyseert in haar proefschrift de manier waarop het Parijse stadsbestuur, fotospecialisten, architecten en historici Marvilles foto’s tussen 1865 en 1910 hebben gebruikt en omschreven. 

Hoewel de oorspronkelijke opdracht verloren ging, weten we dat Marville tussen 1865 en 1868 ongeveer 425 foto’s maakte: contactafdrukken van glasnegatieven van dertig bij veertig centimeter van smalle, schijnbaar lege straten. Alleen mensen die stil stonden tijdens de opname, zijn zichtbaar. In de brand in het Hôtel de Ville in 1871 gingen de afdrukken verloren. Marville had de negatieven van zijn foto’s bewaard en het stadsbestuur bestelde nieuwe afdrukken. Deze foto’s werden getoond bij de wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs en vanaf 1907 ook in de historische bibliotheek, in internationale tentoonstellingen en in publicaties. 

In de geschiedenis van de fotografie zijn deze foto’s vaak omschreven als een uiting van melancholie van de fotograaf, of omdat het stadsbestuur met voor-en-na-foto’s de vooruitgang wilde onderstrepen. Uit dit onderzoek op basis van contemporaine bronnen uit de Parijse stadsarchieven en bibliotheken blijkt dat de foto’s aanvankelijk gebruikt zijn door de cartografische dienst, en dat er ook in 1878 geen sprake was van een nostalgische of triomfantelijke interpretatie. Dat veranderde rond 1900, toen het oude Parijs, ‘vieux Paris’, een attractie werd bij de wereldtentoonstelling en uiteindelijk ook in de rest van de wereld.