Prevention of bleeding and thrombosis in patients with liver disease

Bloedingen en trombose voorkomen bij patiënten met leverziekte 

De lever speelt een zeer belangrijke rol in de aanmaak en het opruimen van eiwitten die betrokken zijn bij de bloedstolling. De lever produceert zowel eiwitten die de bloedstolling bevorderen (prohemostatische eiwitten), als eiwitten die de bloedstolling afremmen (anti-hemostatische eiwitten). De vorming van littekens op de lever als gevolg van een chronische leverziekte, ook wel cirrose genoemd, gaat dan ook gepaard met complexe veranderingen in het bloedstollingssysteem. Op basis van deze afwijkingen in het bloed werd van oudsher gedacht dat patiënten met cirrose van nature ontstold waren. Hierdoor zouden zij een verhoogd risico op bloedingen hebben. 

Na veelvuldig onderzoek met moderne en geavanceerde stollingstesten blijkt echter sprake van een hernieuwde, maar fragiele balans van het bloedstollingsysteem. Dit komt door gelijktijdige veranderingen in zowel het pro- als het anti-hemostatische systeem. Patiënten met cirrose hebben daardoor niet alleen een verhoogd risico op bloedingen, maar ook een hogere kans op trombose. Deze patiënten zijn tot dusver echter uitgesloten van klinische studies naar de werkzaamheid van pro- en anti-hemostatische medicatie.

Bente van den Boom beschrijft in haar proefschrift een klinische studie. Hierin toont ze aan dat de anti-stollende werking van een enkele dosis heparine vergelijkbaar is in patiënten met en zonder cirrose. Ook lijkt de werkzaamheid van bloedplaatjesremmers vergelijkbaar tussen patiënten met cirrose en gezonde vrijwilligers wanneer deze medicatie wordt toegevoegd aan het bloed. Tot slot lijkt de transfusie van bloedplasma of bloedplaatjes een lichte prohemostatische werking te hebben in patiënten met cirrose. Het is echter twijfelachtig of deze prohemostatische werking opweegt tegen de risico’s van de transfusie.

Proefschrift: https://hdl.handle.net/11370/c318777f-c901-4626-b843-76d166c1bb94