Lung cancer stem cells: relevance for disease and phytotherapeutic opportunities

Longkankerstamcellen: relevantie voor ziekte en fytotherapeutische kansen

Longkanker is een complexe kwaadaardige ziekte die veel aandacht krijgt vanwege de hoge prevalentie onder de wereldbevolking, onafhankelijk van demografische achtergronden. De variëteit in demografie kan worden verklaard door blootstelling aan verschillende risicofactoren voor longkanker. Hoewel verbetering in classificaties van longkanker heeft geleid tot het beter stratificeren van de ziekte voor de meest geschikte behandeling, is longkanker momenteel de meest gediagnosticeerde kanker na borstkanker, met wereldwijd twee miljoen gerapporteerde nieuwe gevallen per jaar. Niet-kleincellige longkanker (NSCLC) vormt de meerderheid van deze gevallen, terwijl kleincellige longkanker (SCLC) doorgaans de laagste overlevingskans vertoont. Aangezien de totale 5-jaarsoverleving van longkanker door de jaren heen laag blijft, zijn betere behandelingen noodzakelijk. In de afgelopen jaren heeft onderzoek aangetoond dat kankerstamcellen (CSCs) verantwoordelijk kunnen zijn voor therapieresistentie, de terugkeer van tumoren na behandeling en uitgezaaide ziekte (metastases), en dus bijdragen aan de slechte prognose van longkankerpatiënten.

In zijn proefschrift heeft Heng de relevantie van CSCs en doelgerichte therapie hiertegen onderzocht bij de behandeling van longkanker. Heng richtte zich hiervoor op het onderzoeken van biologische oorzaken van therapieresistentie en het identificeren van alternatieve longkankerbehandelingen. Om SCLC beter te begrijpen, werd de betrokkenheid van CSC bij SCLC-progressie nader onderzocht. Een uniek celkweekmodel werd gebruikt, bestaande uit drie cellijnen afkomstig van één SCLC-patiënt, verkregen tijdens verschillende kankerstadia: onbehandelde, na behandeling teruggekeerde, en dodelijke progressieve ziekte. Hierin bleek dat de expressie van CSC-markers toeneemt tijdens ziekteprogressie. Een overeenkomstige toename van CSC-activiteit, zoals celgroei en radiotherapieresistentie, werd ook aangetoond.

Verder werd het CSC-remmende effect van natuurlijke fytochemicaliën gericht tegen Wnt/β-catenine-signalering, een CSC-ondersteunende route, onderzocht in NSCLC. Chalconen, isothiocyanaten en een benzofenantridine-alkaloïde bleken de groei van Wnt/β-catenine en NSCLC-cellen te kunnen remmen. Concluderend heeft Heng aanvullend bewijs gevonden dat CSCs een belangrijke rol spelen bij SCLC-progressie. Ook heeft hij fytochemicaliën geïdentificeerd die de Wnt/β-catenine-route en dus NSCLC CSCs remmen bij niet-toxische concentraties, wat nieuwe therapeutische mogelijkheden kan geven.

CV Win Sen Heng

Win Sen Heng (1991) studeerde Biotechnologie aan de USCI Universiteit in Kuala Lumpur, Maleisïe. Daarna behaalde hij zijn onderzoeksmaster Applied Sciences aan dezelfde universiteit. Dit traject maakte ook deel uit van zijn sandwich PhD-programma, dat nog twee jaar in Groningen werd voortgezet. Zijn promotieonderzoek in Maleisië was verbonden aan de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de USCI Universiteit en de afdeling Medische Oncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. De titel van zijn proefschrift luidt: Lung cancer stem cells: relevance for disease and phytotherapeutic opportunities.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/7fb47f55-21d3-4652-b81c-f5333fc162c7