Skip to ContentSkip to Navigation
Rijksuniversiteit Groningenfounded in 1614  -  top 100 university
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Anorectal functional disorders

The bridge between pelvic floor rehabilitation and surgical treatment
Promotie:Mw. A.J. (Jenneke) KalkdijkWanneer:19 november 2025 Aanvang:14:30Promotors:prof. dr. J.P.E.N. (Jean-Pierre) Pierie, dr. P.M.A. BroensCopromotors:dr. B. Klarenbeek, dr. J. van der HeijdenWaar:Academiegebouw RUG / Studenten Informatie & AdministratieFaculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Anorectal functional disorders

Anorectale functionele stoornissen

Het eerste deel van dit proefschrift van Jenneke Kalkdijk bestaat uit een systematische review en meta-analyse naar de coprevalentie van functionele obstipatie en dyssynergie defecatie bij patiënten met aambeien. De resultaten tonen aan dat functionele obstipatie, dyssynergie en verhoogde basale anale druk significant vaker voorkomen bij patiënten met aambeien dan bij gezonde controles. Persen tijdens de stoelgang werd vaak gemeld vóór het ontstaan van aambeienklachten. Behandeling van obstipatie, dyssynergie en hoge anale druk kan leiden tot minder persen, een betere lediging en mogelijk betere lange termijn uitkomsten met minder recidieven.

Een klinische studie met 63 patiënten onderzocht verder de prevalentie van dyssynergie defecatie en functionele obstipatie. Bij 92,1% van de patiënten werd via anale manometrie een dyssynergisch patroon vastgesteld. Pijn bij de stoelgang bleek geassocieerd met eerdere operaties, vrouwelijk geslacht en het aanspannen tijdens defecatie. Meer bewustzijn hierover is nodig om tijdig een juiste diagnose te stellen en conservatieve behandeling te starten, vooral bij recidiverende of langdurige klachten.

Het tweede deel van het proefschrift beschrijft een multicenter, gerandomiseerde studie naar het effect van bekkenfysiotherapie (BFT) versus gebruikelijke zorg bij patiënten met functionele klachten na een endeldarmkanker operatie. BFT leidde niet tot betere uitkomsten bij niet-geselecteerde patiënten. Patiënten met urgency of matige incontinentie boekten echter wel significante verbetering, wat pleit voor een selectief verwijsbeleid (voor 65–85% van de patiënten).

Een implementatiestudie identificeerde barrières, zoals het ontbreken van richtlijnen, matige netwerk zorg, gebrekkige patiëntvoorlichting en beperkte vergoeding door zorgverzekeraars. Bevorderende factoren waren het bestaande bewijs van effect BFT, goede patiënt-therapeutrelatie en hoge patiëntmotivatie.

View this page in: English